Ombudsman kritisch over willekeur inbreukprocedures

Contentverzamelaar

Ombudsman kritisch over willekeur inbreukprocedures

De Europese Commissie kan op elk moment besluiten om een inbreukprocedure tegen een lidstaat wegens schending van het Europese recht te laten vallen. Zij heeft hiervoor een ruime discretionaire bevoegdheid. De Europese Ombudsman heeft zich echter in één van zijn beslissingen kritisch uitgelaten over deze bevoegdheid. Volgens hem kan de ruimte die de Commissie heeft, leiden tot willekeurige beslissingen.

In de zaak die voorlag bij de Ombudsman ging het om Oostenrijkse wetgeving die een totaalverbod op het houden van wilde dieren inhield. Een circusdirecteur klaagde bij de Europese Commissie over deze wetgeving, omdat die in strijd zou zijn met het vrij verrichten van diensten in de EU (artikel 56 VWEU).

De Commissie begon een inbreukprocedure tegen Oostenrijk, maar liet deze op een bepaald moment vallen. De Commissie gaf aan dat de beslissing om politieke redenen genomen was en dat het beleid inzake de bescherming van wilde dieren volledig aan de lidstaten gelaten moest worden. De circusdirecteur klaagde vervolgens bij de Ombudsman, die een klachtprocedure opende.

De Commissie wees op de jurisprudentie van het Hof van Justitie, waarin de Commissie veel ruimte wordt gelaten om inbreukprocedures te starten of te laten vallen. De Ombudsman is het echter niet met de Commissie eens. De circusdirecteur kan geen rechten ontlenen aan het besluit van de Commissie de procedure te sluiten, maar dat ontslaat de Commissie niet om hem op een adequate manier te reageren op zijn klacht.

De Ombudsman accepteert dat een inbreukprocedure gesloten wordt om politieke redenen, maar de uitlating van de Commissie, dat het beleid inzake wilde dieren volledig bij de lidstaten ligt, acht de Ombudsman ontoelaatbaar. Als hoedster van de verdragen kan de Commissie niet een heel beleidsveld uitsluiten van haar toezicht. Daarom is er volgens de Ombudsman sprake van wanbeheer bij de Commissie.