Omzetting richtlijn vrij verkeer ‘teleurstellend’

Contentverzamelaar

Omzetting richtlijn vrij verkeer ‘teleurstellend’

Volgens de Europese Commissie is geen enkele bepaling in richtlijn 2004/38 betreffende het vrij verkeer van Unieburgers en hun familieleden correct door alle lidstaten geïmplementeerd. Dat staat in een onlangs gepubliceerd verslag van de Commissie. Al met al noemt de Commissie de implementatie ‘teleurstellend’. De Commissie heeft gezegd inbreukprocedures te overwegen en te werken aan richtsnoeren die de rechten en plichten in de richtlijn moet verhelderen.

Hoewel de nationale wetgeving op sommige punten voor EU-burgers en hun familieleden gunstiger is dan het Gemeenschapsrecht (zo’n 8% van de wetgeving), heeft geen enkele lidstaat de gehele richtlijn daadwerkelijk en correct omgezet. Geen enkel artikel van de richtlijn is door alle lidstaten goed omgezet. De Commissie wijst er op dat sommige verplichtingen, alhoewel niet correct of volledig omgezet, wel goed worden toegepast in de nationale rechtspraak. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn met betrekking tot artikel 27 van de richtlijn (beperkingen van het recht op vrij verkeer op grond van de openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid). Het land met de beste implementatie is Portugal. Slechtste jongen van de klas lijkt Oostenrijk te zijn.

Nederland wordt op een aantal plaatsen genoemd, afwisselend positief en negatief. In negatieve zin noemt de Commissie Nederland als één van de lidstaten die artikel 7 , lid 3 van de richtlijn niet correct hebben omgezet. Dit artikel betreft het behoud van het werknemerschap van een EU-burger in het geval van ziekte, arbeidsongeschiktheid of studie. Ook bekritiseert de Commissie het bedrag dat Nederland hanteert voor de beoordeling of iemand over ‘voldoende bestaansmiddelen’ beschikt.

Opvallend zijn de plannen van de Europese Commissie met Wikipedia. Volgens de Commissie zal zij gaan werken aan een artikel in deze online encyclopedie om de Europese burgers te informeren over de rechten die zij hebben als gevolg van de fundamentele vrijheid van vrij verkeer van personen. Een onderzoek heeft aangetoond dat 88% van de Europeanen deze vrijheid kennen.

Naar het verslag werd uitgekeken door de JBZ-raad van november om te beoordelen of een aanpassing van de richtlijn wenselijk is. Eurocommissaris van Justitie Barrot heeft op zijn beurt gezegd inbreukprocedures te overwegen en in de loop van 2009 te komen met richtsnoeren voor de toepassing van de richtlijn.