Overheid mag combinatie van netbeheer en levering van energie in één bedrijf in het belang van de consument verbieden

Contentverzamelaar

Overheid mag combinatie van netbeheer en levering van energie in één bedrijf in het belang van de consument verbieden

Het verbod voor netbeheerders om energie te leveren is niet in strijd met het EG-Verdrag. De bescherming van de consument en de leveringszekerheid zijn belangrijker dan de vrijheid van vestiging of het vrije kapitaalverkeer. De regeling van het eigendomsrecht in het EG-Verdrag staat ook niet in de weg aan dit verbod. Dat heeft de rechtbank Den Haag bepaald in een geschil tussen de Zeeuwse energiemaatschappij Delta en de Staat.

In de Electriciteitswet 1998 en de Gaswet wordt een onderscheid gemaakt tussen de levering van energie en de infrastructuur (het net). De overheid heeft bepaalde bedrijven aangewezen om het net te beheren, de zogenaamde netbeheerders. Iedereen mag in principe energie leveren, behalve netbeheerders. Dit wordt ook wel het groepsverbod genoemd. Een aantal energiebedrijven is een procedure tegen de Staat gestart om het groepsverbod onderuit te halen. Het groepsverbod zou namelijk in strijd zijn met het EG-Verdrag. Volgens de rechtbank Den Haag kan het groepsverbod echter vanwege de bescherming van de consument gehandhaafd blijven.

De zorg voor het net kan namelijk in het geding komen omdat het bedrijf op de private markt risico’s loopt bij het leveren van gas. Die risico’s kunnen kunnen ten koste gaan van de kwaliteit van het net en daarmee van de in het algemeen belang vereiste leveringszekerheid. Het net moet altijd in een zodanige staat verkeren dat vrijwel iedereen in Nederland te allen tijde van energie kan worden voorzien via dat net. Het groepsverbod is daarom volgens de rechtbank noodzakelijk voor de leveringszekerheid. Hiervoor is niet noodzakelijk dat de risico’s zich al hebben verwezenlijkt op korte termijn reëel dreigen. De energiemarkt is zeer in beweging en financiële risico’s of avonturen zijn niet louter denkbeeldig. Het groepsverbod is daarom geschikt voor het in publieke handen houden van gezonde netwerkbedrijven. Ook is niet gebleken dat minder vergaande voorzieningen dan een groepsverbod een redelijk alternatief zijn.

Tegen de uitspraak kan nog hoger beroep worden ingesteld.