Paasfeest in Luxemburg: (van) wie is het haasje?

Contentverzamelaar

Paasfeest in Luxemburg: (van) wie is het haasje?

De paastijd is aangebroken, en zo ook de strijd om de consument. Deze kan soms zo hevig zijn, dat de rechters in Luxemburg eraan te pas moeten komen. Daar staan de Oostenrijkse chocoladebakker Lindt en de Zwitserse concurrent Hauswirth tegenover elkaar omdat in de ogen van Lindt de paashazen van Hauswirth wel heel veel weg hebben van de beroemde Lindt-hazen.

Lindt schreef in 2001 zijn paashaas in als merk: verpakt in goudkleurig folie met rode en bruine opdruk met om zijn hals een rood lintje met een belletje en op zijn dijbeen een teken dat de woorden “Lindt Goldhase” bevat (plaatje Lindt-haas invoegen).
De haas van Hauswirth lijkt veel op de haas van Lindt, maar heeft geen lintje met belletje. Oordeelt u zelf.

Lindt wist al lang dat er hazen op de markt waren die leken op de eigen haas en had op basis van zijn bekendheid al mogelijkheden om gelijkende hazen aan te pakken, maar stelde direct na het verkrijgen van het Europese merk een inbreukprocedure in tegen Hauswirth. De Oostenrijkse rechter vraagt zich af of Lindt hiermee te kwader trouw heeft gehandeld toen zij het merk aanvroeg.

Advocaat-Generaal Eleanor Sharpston, naar verluidt in haar nopjes met deze zaak, heeft het Hof geadviseerd dat het begrip kwade trouw niet kan worden afgebakend tot een bepaalde categorie omstandigheden. Het gaat erom wat de subjectieve beweegredenen waren van Lindt om het merk aan te vragen. Zo kan het zijn dat Lindt de bescherming van het merk enkel wilde hebben om een gerechtelijke procedure tegen Hauswirth mogelijk te maken. Volgens Sharpston blijkt dit echter niet uit het dossier, en is het aan de Oostenrijkse rechter om uit te maken of Lindt inderdaad in strijd met de goede trouw heeft gehandeld. Het laatste woord is aan het Hof, dat binnenkort uitspraak zal doen.