Raad neemt aanbeveling aan over toereikend minimuminkomen

Contentverzamelaar

Raad neemt aanbeveling aan over toereikend minimuminkomen

De aanbeveling van de Raad heeft tot doel armoede en sociale uitsluiting te bestrijden en voor veel werkgelegenheid te zorgen door toereikende inkomenssteun te bevorderen. Dit moet gebeuren door personen met onvoldoende middelen daadwerkelijke toegang tot ondersteunende en essentiële diensten te bieden, en de integratie van wie kan werken op de arbeidsmarkt te vergemakkelijken.

Achtergrond

Beginsel 14 van de Europese pijler van sociale rechten bepaalt dat iedereen recht heeft op een adequaat minimuminkomen (zie dit ECER-bericht over de Europese pijler van sociale rechten). Om de sociale inclusie en de werkgelegenheid te bevorderen en ervoor te zorgen dat niemand aan zijn lot wordt overgelaten, heeft de Commissie tal van initiatieven gelanceerd. Het gaat onder meer om het voorstel voor een richtlijn betreffende toereikende minimumlonen (2020), dat heeft geleid tot de vaststelling van richtlijn 2022/2041.

In aanvulling op de eerder voorgestelde initiatieven presenteerde de Commissie op 28 september 2022 een voorstel voor een aanbeveling van de Raad over een toereikend minimuminkomen dat actieve insluiting garandeert. Op 30 januari 2023 heeft de Raad de aanbeveling aangenomen.

Inhoud van de aanbeveling

Hoewel alle EU-lidstaten over sociale vangnetten beschikken, is niet overal in gelijke mate vooruitgang geboekt bij de inspanningen om de sociale vangnetten toegankelijk en toereikend te maken. Daarom beveelt de Raad de lidstaten aan om robuuste sociale vangnetten aan te bieden en, indien nodig, te versterken. Zij moeten dit doen door toereikende inkomenssteun – door middel van minimuminkomens en andere bijbehorende geldelijke voordelen – en voordelen in natura te combineren en toegang tot ondersteunende en essentiële diensten te verlenen.

Daarnaast wordt de lidstaten aanbevolen om het minimuminkomen te bepalen aan de hand van een transparante en robuuste methode die overeenkomstig het nationale recht is vastgesteld en waarbij de relevante belanghebbenden worden betrokken. Daarbij moet rekening worden gehouden met alle inkomstenbronnen, de specifieke behoeften en de achterstandssituatie van de gezinnen, het inkomen van een laagverdiener of een minimumloonverdiener, de levensstandaard en de koopkracht, en de prijsniveaus en de daarmee samenhangende ontwikkelingen. Om de gendergelijkheid, de inkomenszekerheid en de economische onafhankelijkheid van vrouwen, jonge volwassenen en personen met een handicap te bevorderen, beveelt de Raad de lidstaten voorts aan om in de mogelijkheid te voorzien het minimuminkomen voor individuele leden van het gezin aan te vragen.

Ook beveelt de Raad de lidstaten aan om stapsgewijs tussen nu en 2030 het toereikende niveau van inkomenssteun te bereiken zonder de duurzaamheid van de overheidsfinanciën in het gedrang te brengen. Daarnaast moeten de lidstaten regelmatig bekijken of het minimuminkomen nog toereikend is en het, indien nodig, aanpassen. In tijden van economische neergang kan flexibiliteit bij de opzet van het minimuminkomen een belangrijke rol spelen om de negatieve sociale gevolgen te verzachten en de economie te stabiliseren.

Meer informatie: