Raad van State stelt EU-Hof vragen over EU-dienstenrichtlijn

Contentverzamelaar

Raad van State stelt EU-Hof vragen over EU-dienstenrichtlijn

Kan een gemeente taaleisen verbinden aan een vergunning voor raamprostitutie, zodat de exploitant kan communiceren met zijn huursters? En mag een gemeente bootvergunningen voor onbepaalde tijd geven aan een kleine groep exploitanten van rondvaartboten, waardoor de toegang tot deze sector wordt afgesloten voor andere belangstellenden? Met deze prejudiciƫle vragen over de uitleg van de Europese dienstenrichtlijn brengt de Raad van State twee trekpleisters van de Amsterdamse toeristenindustrie onder de aandacht van een Europees miljoenenpubliek.

In de ene zaak heeft de burgemeester van Amsterdam exploitatievergunningen geweigerd voor twee raamprostitutiebedrijven omdat de exploitant ook kamers verhuurt aan prostituees met wie hij niet in een voor hem begrijpelijke taal kan communiceren. In de andere zaak gaat het om een weigering door het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders om een exploitatievergunning te verlenen voor het per boot vervoeren van passagiers door de Amsterdamse grachten. Volgens het gemeentebestuur is het aantal vergunningen beperkt en is de aanvraag gedaan buiten de 'uitgifteronde'.

Dienstenrichtlijn

De Raad van State ziet zich in deze zaken in de eerste plaats voor de vraag gesteld of de Europese Dienstenrichtlijn van toepassing is. Daarom wil hij van het Hof weten of dienstverrichters een beroep kunnen doen op de richtlijn als zij zich, zoals in deze zaken, alleen in Nederland hebben gevestigd en hun diensten ook niet in andere lidstaten aanbieden. Daarbij wijst de Raad van State erop dat er in deze zaken wel een "band met het Europese recht kan liggen", onder andere omdat in het geval van het raamprostitutiebedrijf kamers worden verhuurd aan prostituees uit Bulgarije en Hongarije. In het geval van de rederij zouden de passagiers van de boot uit een andere lidstaat kunnen komen.

Taaleis

In de zaak over het raamprostitutiebedrijf wil de Raad van State verder weten of de Europese Dienstenrichtlijn zich verzet tegen een taaleis. Op grond van die eis mag een exploitant alleen kamers verhuren aan prostituees die zich in een voor hem begrijpelijke taal verstaanbaar kunnen maken. Volgens de burgemeester draagt de taaleis bij aan de zorgplicht die de exploitant heeft om te waken voor gedwongen prostitutie en mensenhandel.

Volumebeleid

In de zaak over de rederij heeft de Raad van State nog een vraag over het zogenoemde volumebeleid van de gemeente Amsterdam gesteld. Op grond van dit beleid is een beperkt aantal exploitatievergunningen beschikbaar voor passagiersvervoer over water om de drukte op het water te reguleren. De vergunningen die worden verleend, worden voor onbeperkte tijd verleend. De Raad van State wil van het Hof in Luxemburg weten of de geldigheidsduur van die vergunningen moet worden beperkt om "vrije toegang tot de dienstenmarkt te bewerkstelligen".

Lees de volledige tekst van de verwijzingsuitspraken met zaaknummer 201208190/1 (raamprostitutiebedrijf) en zaaknummer 201300761/1 (bootvervoer).