Raad van State stelt vragen aan EU-Hof over homoseksuele vreemdelingen
Nieuwsbericht | 24-04-2012
De Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) heeft geweigerd om een asielvergunning af te geven aan de drie vreemdelingen, afkomstig uit Senegal, Sierra Leone en Uganda. De asielvergunningen werden geweigerd omdat de vreemdelingen er niet in waren geslaagd te bewijzen dat zij problemen zouden ondervinden in land van herkomst vanwege hun geaardheid.
De drie vreemdelingen hebben aangegeven aan dat zij in hun land van herkomst niet de mogelijkheid hebben om uiting te kunnen geven aan hun homoseksuele geaardheid, ook niet in de privésfeer, zoals zij dat wensen. Zij zijn daardoor gedwongen om bij terugkeer naar het land van herkomst hun geaardheid verborgen te houden. De IND geeft aan dat niet verwacht kan worden dat de vreemdelingen hun geaardheid in het land van herkomst verborgen moeten houden. Het impliceert alleen niet dat zij daar op vergelijkbare wijze als in Nederland in alle openlijkheid uiting aan moeten kunnen geven.
Vormen homoseksuele vreemdelingen een specifieke sociale groep als bedoeld in de definitierichtlijn? Mag worden verwacht dat zij hun geaardheid in het land van herkomst voor iedereen geheimhouden om vervolging te voorkomen? Kan daarbij een verdergaande terughoudendheid worden verwacht dan van heteroseksuelen? Is enkel de strafbaarstelling en bedreiging met gevangenisstraf van homoseksuele activiteiten zoals in Senegal, Sierra Leone en Uganda, een daad van vervolging, als bedoeld de definitierichtlijn?
In een recente conclusie is Advocaat-Generaal Bot ingegaan op soortgelijke vragen, maar dan met betrekking tot het uiting geven aan een religieuze overtuiging.
Persbericht Raad van State