Raad van State stelt vragen aan EU-Hof over uitleg openbare-ordebegrip in de Terugkeerrichtlijn

Contentverzamelaar

Raad van State stelt vragen aan EU-Hof over uitleg openbare-ordebegrip in de Terugkeerrichtlijn

Wanneer vormt een illegale vreemdeling een gevaar voor de openbare orde in de zin van de Terugkeerrichtlijn? Deze vraag heeft de Raad van State voorgelegd aan het EU-Hof in twee beroepszaken van vreemdelingen die volgens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie onmiddellijk moeten worden uitgezet wegens gevaar voor de openbare orde. Normaal biedt de Terugkeerrichtlijn een termijn van vier weken voor vrijwillig vertrek.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in twee hogerberoepszaken van vreemdelingen zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De Raad van State wil uitleg van het Hof over de vraag wanneer een illegale vreemdeling een gevaar voor de openbare orde vormt op grond van de Europese Terugkeerrichtlijn. De procedures hebben betrekking op twee besluiten van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, die tot gevolg hebben dat de betrokken vreemdelingen Nederland onmiddellijk moeten verlaten. Normaal wordt aan vreemdelingen een termijn van vier weken gegund om vrijwillig te vertrekken, maar de staatssecretaris is daar in deze zaken van afgeweken omdat de vreemdelingen een gevaar voor de openbare orde zouden vormen.

 Vragen

De Raad van State wil van het Hof uitleg over de vraag hoe het begrip 'gevaar voor de openbare orde' in de Terugkeerrichtlijn moet worden uitgelegd. Zo wil de Raad van State weten of een vreemdeling al een gevaar voor de openbare orde vormt als hij alleen verdacht wordt van een misdrijf, of dat daarvan alleen sprake kan zijn bij een veroordeling door de rechter en zo ja, of die veroordeling dan ook onherroepelijk moet zijn. Verder wil de Raad van State van het Hof weten of de staatssecretaris nog andere feiten en omstandigheden moet betrekken bij de vraag of een vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde, zoals de ernst en aard van het misdrijf, het tijdsverloop en de intentie van de vreemdeling. Ten slotte wil de Raad van State uitleg over de vraag of deze feiten en omstandigheden een rol spelen bij de keuze van de staatssecretaris tussen aan de ene kant het verkorten van de termijn om Nederland vrijwillig te verlaten en aan de andere kant het geheel achterwege laten van een termijn voor vrijwillig vertrek.

 Schorsing behandeling

De behandeling van de hogerberoepszaken bij de Raad van State wordt geschorst in afwachting van de antwoorden van het Hof in Luxemburg. Dit duurt over het algemeen ongeveer één tot anderhalf jaar. Daarna zal de Raad van State de behandeling van deze zaken voortzetten en uiteindelijk hierin definitieve uitspraken doen.

Lees hier de volledige tekst van de verwijzingsuitspraak met zaaknummers 201112799/1 en 201202062/1.