Rechtbank Haarlem: geen visumplicht voor Turkse zelfstandigen

Contentverzamelaar

Rechtbank Haarlem: geen visumplicht voor Turkse zelfstandigen

Turkse zelfstandigen hebben geen visum nodig om toegang te krijgen tot Nederland. Dat staat in een uitspraak van de Haarlemse rechtbank van 14 januari. Volgens de rechtbank is dat een gevolg van de zogenoemde standstillbepaling in de Associatieovereenkomst EU-Turkije. De rechter past hierbij het arrest Soysal van het EU-Hof toe op Nederland, maar heeft blijkbaar geen rekening gehouden met een kabinetsbrief over dat arrest. Minister Leers gaat in hoger beroep.

In het arrest Soysal (C-228/06) van 19 februari 2009 oordeelt het EU-Hof dat Duitsland geen visumplicht mag opleggen aan Turkse dienstverrichters, aangezien Duitsland dit visum ook niet vroeg van dienstverrichters in 1973. En dat is het moment waarop het Aanvullend Protocol bij de Associatieovereenkomst EU-Turkije in werking trad. Dit protocol bevat een ‘standstillbepaling’, waardoor de partijen geen nieuwe beperking van het vrij verkeer van diensten en de vrijheid van vestiging mogen invoeren.

De rechtbank acht dit arrest ook van toepassing op de situatie van Turkse zelfstandigen die naar Nederland willen komen, omdat in de ogen van de rechtbank onduidelijk is of Nederland in 1973 een visumplicht oplegde aan Turkse zelfstandigen.

Op 28 januari stuurden minister Leers (Immigratie en Asiel) en minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) een brief aan de Tweede Kamer over de gevolgen van het arrest voor Nederland. Zij zijn van mening dat Nederland niet geraakt wordt door het arrest. Deze brief is kennelijk niet meegenomen in de uitspraak van de rechtbank. Minister Leers heeft aangekondigd tegen de uitspraak hoger beroep in te stellen bij de Raad van State.