Rechtbank Utrecht vereist een apart loket voor Zambrano-zaken

Contentverzamelaar

Rechtbank Utrecht vereist een apart loket voor Zambrano-zaken

Dit is de uitkomst van een recente uitspraak van de rechtbank Utrecht op 21 juni 2012. In deze zaak claimt een mevrouw met de Surinaamse nationaliteit een verblijfsrecht in Nederland in het licht van de uitspraak van het EU-Hof van 8 maart 2012 in de zaak Ruiz Zambrano.

Voor een dergelijk beroep op de Zambrano-uitzondering is geen apart aanvraagformulier beschikbaar. Volgens de huidige IND-praktijk dient een dergelijk beroep door middel van een reguliere aanvraag te worden gedaan. De IND doet in het kader van deze reguliere aanvraag vervolgens de Zambrano-toets.

De rechtbank Utrecht zet een streep door deze praktijk (zie punt 6):

“De wetgever heeft niet in nationale wetgeving uitgewerkt hoe een dergelijk verblijfsrecht ter toetsing aan verweerder voorgelegd kan worden. Eiseres heeft een aanvraag ingediend “Toetsing aan het EU-recht”, wat de rechtbank op voorhand logisch voorkomt, nu dat precies is waar het om gaat. In de toelichting bij het aanvraagformulier voor deze aanvraag wordt door verweerder opgemerkt dat familie- of gezinsleden van Nederlanders geen gebruik kunnen maken van dit formulier wanneer zij als familie- of gezinslid van een Nederlander in Nederland willen verblijven. Daarop worden vervolgens de uitzonderingen geformuleerd zoals ontwikkeld door het Hof in zijn hiervoor onder rechtsoverweging 4 genoemde arresten. Naar het oordeel van de rechtbank valt niet in te zien dat een beroep op artikel 20 van het VWEU niet ook met een aanvraag “Toetsing aan het EU-recht” kan worden ingeleid. Het komt de rechtbank onjuist voor om een vreemdeling te dwingen een reguliere aanvraag in te dienen met de daarbij behorende leges, terwijl het gaat om een gestelde aanspraak op verblijf op grond van het gemeenschapsrecht. Het feit dat een dergelijke aanvraag alleen kan leiden tot rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder e, van de Vw vormt naar het oordeel van de rechtbank geen beletsel. Een redelijke wetsuitleg brengt naar het oordeel van de rechtbank met zich dat een vreemdeling ook rechtmatig verblijf houdt in Nederland als gemeenschapsonderdaan zolang hij verblijf houdt op grond van het EG-Verdrag zelf. Het besluit is dus in strijd met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet deugdelijk gemotiveerd.”

 

Zie het volledige vonnis