Richtsnoeren ‘comitologie’ (delegatie/uitvoering)

Contentverzamelaar

Richtsnoeren ‘comitologie’ (delegatie/uitvoering)

Delegatie en uitvoering. Wat is het, waarom is het nuttig, welke mogelijkheden zijn er en hoe daartussen te kiezen? De Nederlandse richtsnoeren keuze ‘comitologie’ zijn bedoeld als hulpmiddel bij het maken van keuzes op het terrein van ‘comitologie’ (delegatie/uitvoering) in EU-onderhandelingstrajecten. Ze zijn een samenvatting van de ICER-Handleiding comitologie en delegatie.

In Europese wetgeving kunnen niet alle details worden uitgewerkt. Daarom kan de EU-wetgever beslissen om bevoegdheden toe te kennen aan de Europese commissie om nadere regelgeving vast te stellen. Sinds het Verdrag van Lissabon zijn hier twee procedures voor: delegatie (art. 290 VWEU) en uitvoering (art. 291 VWEU). In Brussel zijn deze bevoegdheden vaak onderwerp van onderhandeling.

De "Richtsnoeren keuze 'comitologie' (delegatie/uitvoering)" geven aan welke stappen een beleidsmedewerker dient te nemen bij beoordelingen op het gebied van delegatie en uitvoering. Ze bieden houvast bij de beantwoording van twee hoofdvragen: “Is nadere regelgeving mogelijk/wenselijk?” en “Zo ja, geeft Nederland de voorkeur aan delegatie of uitvoering?”.

Voor wat betreft deze laatste vraag is het uitgangspunt dat er beleidsruimte is bij het maken van de keuze tussen delegatie en uitvoering (afgezien van een aantal situaties waar het juridisch vastligt of gekozen moet worden voor delegatie dan wel uitvoering). Per geval dient een politieke afweging te worden gemaakt op basis van Nederlandse belangen, beleidsmatige standpunten, het voorziene krachtenveld en haalbaarheid. Nederland heeft geen algemene voorkeur voor delegatie of uitvoering. Er is dus geen standaardantwoord op de vraag via welke procedure nadere regelgeving tot stand komt.

In Europese wetgeving kunnen niet alle details worden uitgewerkt. Daarom kan de EU-wetgever beslissen om bevoegdheden toe te kennen aan de Europese commissie om nadere regelgeving vast te stellen. Sinds het Verdrag van Lissabon zijn hier twee procedures voor: delegatie (art. 290 VWEU) en uitvoering (art. 291 VWEU). In Brussel zijn deze bevoegdheden vaak onderwerp van onderhandeling.

De "Richtsnoeren keuze 'comitologie' (delegatie/uitvoering)" geven aan welke stappen een beleidsmedewerker dient te nemen bij beoordelingen op het gebied van delegatie en uitvoering. Ze bieden houvast bij de beantwoording van twee hoofdvragen: “Is nadere regelgeving mogelijk/wenselijk?” en “Zo ja, geeft Nederland de voorkeur aan delegatie of uitvoering?”.

Voor wat betreft deze laatste vraag is het uitgangspunt dat er beleidsruimte is bij het maken van de keuze tussen delegatie en uitvoering (afgezien van een aantal situaties waar het juridisch vastligt of gekozen moet worden voor delegatie dan wel uitvoering). Per geval dient een politieke afweging te worden gemaakt op basis van Nederlandse belangen, beleidsmatige standpunten, het voorziene krachtenveld en haalbaarheid. Nederland heeft geen algemene voorkeur voor delegatie of uitvoering. Er is dus geen standaardantwoord op de vraag via welke procedure nadere regelgeving tot stand komt.