Richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van plannen en projecten met betrekking tot Natura 2000-gebieden

Contentverzamelaar

Richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van plannen en projecten met betrekking tot Natura 2000-gebieden

De richtsnoeren zijn bedoeld om nationale autoriteiten, projectontwikkelaars, consultants, gebiedsbeheerders, beroepsbeoefenaren en andere belanghebbenden te helpen bij de beoordeling van plannen en projecten die gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden. Bij de richtsnoeren zijn ook een aantal voorbeelden opgenomen die verduidelijken hoe de beoordeling moet plaatsvinden.

Het gaat om de mededeling van de Commissie over de beoordeling van plannen en projecten met betrekking tot Natura 2000-gebieden.

Achtergrond

In artikel 6, leden 3 en 4 van richtlijn 92/42 (hierna: EU-Habitatrichtlijn) wordt een stapsgewijze procedure beschreven voor de beoordeling van plannen en projecten die gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden. Natura 2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden. De stapsgewijze procedure bestaat uit drie hoofdfasen:

  • Fase 1 (screening): de eerste fase van de procedure is een voorbeoordeling om vast te stellen of het plan of project direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied en, als dit niet het geval is, of het significante gevolgen kan hebben voor het gebied (afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten);
  • Fase 2 (passende beoordeling): indien mogelijke significante gevolgen niet kunnen worden uitgesloten, omvat de tweede fase van de procedure het beoordelen van de gevolgen van het plan of het project aan de hand van de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied en het nagaan of het de natuurlijke kenmerken van het gebied niet zal aantasten;
  • Fase 3  (afwijking): deze fase komt enkel in beeld indien de ontwikkelaar, ondanks een negatieve passende beoordeling, van oordeel is dat het plan of project toch moet worden uitgevoerd om dwingende redenen van groot openbaar belang.

Richtsnoeren

De richtsnoeren zijn bedoeld om de autoriteiten en nationale instanties in de (kandidaat)-lidstaten, evenals projectontwikkelaars, consultants, gebiedsbeheerders, beroepsbeoefenaren en andere belanghebbenden te helpen bij het nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 6, leden 3 en 4 van de EU-Habitatrichtlijn (zie hierboven). Het document geeft de zienswijzen van de Europese Commissie weer en is niet juridisch bindend.

De mededeling van de Commissie – waarin de richtsnoeren zijn opgenomen – bestaat uit drie hoofddelen en een bijlage:

  • Het eerste deel bevat een toelichting van de algemene aanpak en de beginselen die aan de richtsnoeren ten grondslag liggen. Het omvat het stroomschema om aan te geven hoe de beoordelingen krachtens artikel 6, leden 3 en 4 van de EU-Habitatrichtlijn moeten worden gestructureerd en op welke manier de verschillende fasen van de beoordeling betrekking hebben op de vereisten van artikel 6, leden 3 en 4 van de EU-Habitatrichtlijn;
  • Het tweede deel bevat de belangrijkste methodologische richtsnoeren per fase. Voor elke fase wordt een overzicht gegeven van de methoden, instrumenten, voorbeelden en suggesties die gebruikt kunnen worden voor de uitvoering van de beoordelingen. Daarnaast worden checklists en stapsgewijze instructies gegeven voor elke fase van de beoordeling;
  • Het derde deel bevat een hoofdstuk over strategische planning en de beoordelingsprocedure voor met name plannen. In dit deel wordt ook ingegaan op de verhouding met andere milieubeoordelingen die op grond van het EU-recht vereist zijn;
  • De bijlage bevat voorbeelden van methoden en verdere instrumenten en richtsnoeren die kunnen worden gebruikt voor de uitvoering van de beoordeling op grond van artikel 6, leden 3 en 4 van de EU-Habitatrichtlijn (bv. checklists of formulieren).

De mededeling actualiseert de eerdere methodologische richtsnoeren voor de beoordeling van plannen en projecten met betrekking tot Natura 2000-gebieden uit 2002. De geactualiseerde mededeling is gebaseerd op de ervaring die is opgedaan bij de uitvoering van de EU-Habitatrichtlijn en op de rechtspraak van het EU-Hof. Tevens heeft de Commissie bij het opstellen van de mededeling rekening gehouden met suggesties van de autoriteiten van de EU-lidstaten en belanghebbenden.

Meer informatie: