Royalties voor muziek: wel bij de hotelier, maar niet bij de tandarts

Contentverzamelaar

Royalties voor muziek: wel bij de hotelier, maar niet bij de tandarts

Een hotelexploitant die televisie en radio aanbiedt in een hotelkamer moet daarvoor royalties betalen. Maar een tandarts die muziek laat horen in zijn wachtkamer hoeft geen royalties te betalen. Dat heeft het EU-Hof bepaald in zaken over een EU-richtlijn over auteursrechten.

Het gaat om twee arresten van 15 maart 2012: in de zaak Phonographic Performance/Ierland (C 162/10) en de zaak SCF/Marco Del Corso (C 135/10). Beide zaken gaan over de uitleg van richtlijn 2006/115/EG betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom. Op grond van deze richtlijn moeten lidstaten in hun wetgeving voorzien in een recht op billijke vergoeding voor de producenten van zogeheten fonogrammen (beeld en geluidsfragmenten). De gebruiker moet betalen wanneer hij deze fonogrammen gebruikt voor uitzending via de ether of voor mededeling aan het publiek. De vergoeding is niet verschuldigd bij privégebruik.

Het Hof moest zich in beide zaken buigen over de vraag wanneer sprake is een mededeling aan het publiek in de zin van richtlijn 2006/115. Bij de beantwoording van deze vraag kijkt het Hof naar de precieze omstandigheden van het geval.

In de zaak Phonographic Performance/Ierland gaat het om een Ierse hoteleigenaar die weigert een vergoeding te betalen aan de Ierse collectieve beheersorganisatie voor het feit dat de kamers in zijn hotel voorzien zijn van een televisie en een radio. Zijn argument is dat de kamers van de gasten geen publieke ruimten zijn. Het Hof volgt zijn redenering niet. Aangezien de televisies en radio’s in hotels een onbepaald aantal ontvangers hebben is er sprake van een publiek. Het gebruik van televisie en radio door hotelgasten valt daarom niet aan te merken als privégebruik. Het Hof liet meewegen dat het hotel een winstoogmerk heeft door de betreffende diensten aan haar gasten aan te bieden.

De zaak SCF/Marco Del Corso betreft een Italiaanse tandarts die muziek laat horen in zijn wachtkamer. De tandarts en Italiaanse collectieve beheersorganisatie verschilden van mening of de patiënten in de wachtkamer zijn aan te merken als auteursrechtelijk relevant publiek. Volgens het Hof is geen sprake van mededelingen aan het publiek. Het Hof benadrukt dat het gaat om een stabiele, kleine groep die niet steeds dezelfde muziek hoort. Bovendien gaat niemand naar de tandarts om naar muziek te luisteren. Ook kan de tandarts niet redelijkerwijs verwachten dat hij door het draaien van muziek meer klanten krijgt. Volgens het Hof heeft het laten horen van muziek dus geen invloed op het inkomen van de tandarts en is er dus geen winstoogmerk.

 

 Marco del Corso, de tandarts in Turijn, met zijn assistentes