Straatverbod botst met samenwonen

Contentverzamelaar

Straatverbod botst met samenwonen

In hoeverre moeten slachtoffers tegen zichzelf beschermd worden? Deze vraag is door een Spaanse rechter aan het EU-Hof van Justitie voorgelegd. Een Spaanse man heeft een straatverbod genegeerd. Het slachtoffer, zijn partner, heeft verklaard dat verzoeker weer bij haar mocht komen wonen. De Spaanse rechter ziet zich voor een dilemma gesteld. Volgens EU-wetgeving speelt de bescherming van het slachtoffer een centrale rol in het strafproces. Haar belangen staan voorop. Aan de andere kant heeft een man een strafbaar feit gepleegd, dat niet recht gepraat kan worden.

De vrouw had voor de rechter verklaard dat zij haar beslissing bij haar volle verstand, zonder enige druk van wie dan ook, zou hebben genomen.

Gezien het niveau van bescherming dat kaderbesluit 2001/220 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure aan het slachtoffer geeft, vraagt de Spaanse rechter zich af of hij wel een beslissing kan nemen die de persoonlijke belangen van het slachtoffer “rechtstreeks en in de kern aantasten”.

Het gaat met name om zaken waarin geen gevaar is voor recidive, het om lichte feiten gaat en het slachtoffer heel bewust besluit weer met de dader te gaan samenwonen. In hoeverre moet belang worden gehecht aan de wil van het slachtoffer, gezien het kaderbesluit waarin staat dat het slachtoffer gehoord, begrepen moet worden en moet worden erkend in zijn of haar belangen.

Lees hiernaast de volledige verwijzingsuitspraak van de Spaanse rechter en het fiche over deze zaak van de Interdepartementale Commissie Europees Recht.