Terugblik Zweeds voorzitterschap: roerige tijd

Contentverzamelaar

Terugblik Zweeds voorzitterschap: roerige tijd

De tweede helft van 2009 was een bewogen periode voor de EU. Een economische crisis, een eigenzinnige Tsjechische president en een klimaattop waar de EU een gecoördineerd standpunt moest inbrengen. Kroonjuweel was de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Het Zweedse voorzitterschap blikt met tevredenheid terug op haar werkzaamheden. Spanje zal het op 1 januari 2010 overnemen van de Zweden.

In totaal stonden 3.300 EU-vergaderingen onder leiding van de Zweden. Premier Reinfeldt is erg tevreden. Hij vindt dat zijn land de EU weer op de rails heeft gezet.

Verdrag van Lissabon

Kroonjuweel van het Zweedse voorzitterschap is de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009. Reinfeldt noemt de opstelling van de Tsjechische president Klaus tegen het Verdrag een van de moeilijkste kwesties tijdens het voorzitterschap. Toen hij uiteindelijk zijn bezwaren in november introk trad het Verdrag vrij plotseling op 1 december in werking. Velen hadden verwacht dat het pas 1 januari 2010 zou gaan gebeuren. Vanwege de inwerkingtreding moesten de Zweden ook de benoemingen van een groot aantal topfuncties in Brussel coördineren: de vaste voorzitter van de Europese Raad, de Hoge Vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissarissen van de Europese Commissie.

Klimaat

Voorafgaand aan de klimaattop in Kopenhagen hebben de lidstaten langdurig overlegd om tot een gecoördineerd standpunt te komen. Uiteindelijk is het gelukt om een EU-mandaat voor de conferentie af te spreken. Belangrijkste afspraken zijn dat in 2050 de uitstoot van CO2 met 80-59 % verminderd moet zijn ten opzichte van het niveau in 1990. Voor de korte termijn spraken de lidstaten af CO2-uitstoot met 20% te verminderen in 2020, en 30 % als andere landen ook hun uitstoot voldoende terugbrengen. De uitkomst van de klimaattop, een politiek akkoord, was minder ambitieus dan de EU gehoopt had.

Crisis

Belangrijkste punt van de EU-aanpak van de economische crisis was de oprichtingen van toezichthouders op de financiële toezichthouders. Naast een instelling die moet waken over het gehele financiële systeem in de EU (de ‘European Systemic Risk Board’) werden er ook drie instellingen (de ‘European Supervisory Agencies’)  opgericht die specifiek het bank- en verzekeringswezen en de effectenmarkt in de gaten moeten houden. Verder werd tijdens het Zweedse voorzitterschap veel gesproken over de zogenoemde ‘exit strategies’. Dit zijn modellen voor de lidstaten om weer gezonde overheidsfinanciën te krijgen, na de ingrijpen in het financiële systeem. In 2010 zal blijken of het lidstaten daadwerkelijk lukt om een goede uitwegen te vinden.

(Foto: Gunnar Seijbold / Swedish Government Offices)