Terugvordering Europese subsidies

Contentverzamelaar

Terugvordering Europese subsidies

De overheid is op grond van het Europees recht verplicht om Europese subsidies terug te vorderen in geval van misbruik of nalatigheid van de subsidie-ontvanger. Een bijzondere bevoegdheidsbepaling in een nationale wet is niet nodig. De beperkingen in de Nederlandse wet voor de terugvordering van ten onrechte toegekende Europese subsidies moeten door de rechter desnoods buiten toepassing worden gelaten. Dat heeft het EG-Hof bepaald op vragen van de Nederlandse Raad van State. Het ECER organiseerde op 20 maart een bijeenkomst over dit belangrijke arrest.

Het EG-Hof deed zijn uitspraak naar aanleiding van vragen van de Raad van State. Die vloeiden voort uit een aantal procedures waarin de terugbetaling van Europese subsidies werd geƫist omdat de Europese Commissie van mening was dat die ten onrechte waren verstrekt. De subsidievoorwaarden waren niet nageleefd door de ontvangers. Maar de overheid had in die gevallen het vertrouwen gewekt de fouten door de vingers te zien.

In zijn uitspraak zoekt het EG-Hof naar een evenwicht tussen de belangen van het Europese subsidiestelsel en de vertrouwensbescherming in de subsidieregels van de Nederlandse Algemene wet bestuursrecht. Die balans laat het Hof echter doorslaan ten gunste van het Europese subsidiestelsel. Het vertrouwensbeginsel in de Awb moet wijken in gevallen van misbruik en nalatigheid van de subsidie-ontvanger, aldus het Hof. Het maakt daarbij niet uit dat Nederland de ten onrechte uitgekeerde subsidies al heeft terugbetaald aan Brussel. De subsidie-ontvanger moet ook dan de subsidie terugbetalen.

Over de betekenis en de mogelijke gevolgen van deze belangwekkende uitspraak organiseerde het ECER op 20 maart a.s. een oriƫnterende bijeenkomst, waarop in aanwezigheid van een groot aantal medewerkers van ministeries en van de Raad van State informeel van gedachten werd gewisseld.