Toelating Turkse zelfstandigen alleen volgens regels uit 1972

Contentverzamelaar

Toelating Turkse zelfstandigen alleen volgens regels uit 1972

Lidstaten mogen aan de eerste toelating van Turkse zelfstandigen geen strengere voorwaarden stellen dan de voorwaarden die golden in december 1972. Naderhand ingevoerde beperkingen voor toelating en verblijf mogen op hen niet worden toegepast, aldus het EG-Hof in een arrest over het aanvullend Protocol EG-Turkije.

Dit heeft het EG-Hof op 20 september bepaald in de Britse prejudiciƫle zaak over de Turkse zelfstandigen Tum en Dari.

Het Protocol bevat een zgn. "standstill"-bepaling. Die geldt voor Turkse onderdanen die zich als zelfstandige willen vestigen in een EU-lidstaat. Voor Turkse werknemers geldt deze bijzondere regeling niet. Het Hof overweegt in zijn arrest dat met deze uitspraak niet wordt geraakt aan de soevereiniteit van de lidstaten om te beslissen over de eerste toelating, maar dat die alleen enigszins wordt beperkt.

Het Hof volgt niet de conclusie van Advocaat-Generaal Geelhoed. Die had voorgesteld dat eventuele strengere toelatingsvoorwaarden die door de lidstaten na 1972 zijn ingevoerd, gerespecteerd moeten worden.