Verdrag van Lissabon een rupsje nooitgenoeg?

Contentverzamelaar

Verdrag van Lissabon een rupsje nooitgenoeg?

Tijdens een hoorzitting over de verenigbaarheid van het Verdrag van Lissabon met de Duitse grondwet hebben rechters van het Duitse Bundesverfassungsgericht zich kritisch uitgelaten over het Verdrag van Lissabon. “Ist der Gedanke des Immer-Mehr in der Tendenz nicht freiheitsgefährdend?“, zo vroeg een van de rechters zich af.

Het gerecht in Karlsruhe neemt uitzonderlijk lang de tijd voor de mondelinge behandeling van deze zaak, maar liefst twee dagen. Belangrijkste kwestie is de overdracht van de bevoegdheden van het nationale vlak naar het Europese vlak. De vraag is of de bevoegdheid van de Duitse bondsstaat om zelf te beslissen over haar bevoegdheden, de zogenoemde ‘Kompetenz-kompetenz’, hiermee op onconstitutionele wijze in gevaar komt.

Een van de mogelijkheden die het Bundesverfassungsgericht heeft, is het bevelen van een referendum.

Een van de verzoekers, hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit van Freiburg Dietrich Murswiek, noemde het Verdrag van Lissabon een “ongelofelijke versterking van de machtspostitie van de EU”. Volgens de Duitse media hebben de rechters sympathie voor deze kritiek.

De rechters leken minder gecharmeerd van de inbreng van de vertegenwoordigers van de Bondsdag en Bondsregering, die benadrukten dat de EU voorzichtig en terughoudend met haar bevoegdheden moet omgaan. De rechters stelden scherpe vragen aan deze laatste partijen, waaruit bleek dat ze kritisch stonden tegenover het Verdrag van Lissabon.

Een van de rechters vroeg zich af: "Muss man nicht fragen: Ist die Kompetenz, die jemand gewinnt, ein Gewinn für die Freiheit? Ist der Gedanke des Immer-Mehr in der Tendenz nicht freiheitsgefährdend?"

De uitlatingen van deze rechters van het hoogste Duitse rechtscollege doen de vrees voor de toekomst van het Verdrag toenemen, zo schrijft de Sueddeutsche Zeitung.