Versterking van het EU-mechanisme voor crisisbeheer in noodsituaties

Contentverzamelaar

Versterking van het EU-mechanisme voor crisisbeheer in noodsituaties

De Europese Unie heeft een verordening vastgesteld op grond waarvan het EU-mechanisme voor civiele bescherming wordt versterkt. Dankzij de nieuwe verordening zullen de EU en de EU-lidstaten beter kunnen anticiperen en reageren op noodsituaties zoals een pandemie. De Commissie zal onder meer samen met de EU-lidstaten doelstellingen inzake rampbestendigheid ontwikkelen.

Het gaat om verordening 2021/836 tot wijziging van besluit 1313/2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming .

Achtergrond

Het EU-mechanisme voor civiele bescherming bestaat sinds 2001 en coördineert de EU-reactie op natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen (o.a. oorlogen) binnen of buiten de EU. Deelname aan het mechanisme staat niet alleen open voor EU-lidstaten, maar ook voor de landen die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER), toetredende landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten. Het mechanisme beoogt de samenwerking tussen nationale instanties op het gebied van de civiele bescherming te verbeteren en meer bewustzijn en paraatheid over rampen te creëren bij de bevolking. Daarnaast heeft het mechanisme tot doel om een snelle, effectieve en gecoördineerde hulpverlening aan de getroffen bevolking te verzekeren na het plaatsvinden van een ramp.

Het EU-mechanisme voor civiele bescherming omvat een ‘Europese pool voor civiele bescherming’. Deze pool is een bundeling van middelen die de EU-lidstaten op vrijwillige basis ter beschikking stellen voor onmiddellijk gebruik tijdens een ramp die binnen of buiten de EU plaatsvindt. Naast de Europese pool voor civiele bescherming bestaat het mechanisme ook uit een capaciteitsreserve. Deze capaciteitsreserve – ook wel de RescEU-capaciteit genoemd – vult de bestaande capaciteit van de EU-lidstaten aan wanneer de op nationaal niveau beschikbare capaciteit niet voldoende is. Het gaat om de beschikbare capaciteit om als EU adequaat op een ramp te kunnen reageren.

De Covid-19-uitbraak heeft volgens de EU aangetoond dat de EU en de lidstaten beter voorbereid moeten zijn op grootschalige noodsituaties. Verordening 2021/836 voorziet daarom in wijzigingen van het EU-mechanisme voor civiele bescherming en beoogt daarmee het EU-systeem voor crisisbeheer in noodsituaties te verbeteren.

Nieuwe verordening

RescEU-capaciteit

Tijdens de Covid-19-uitbraak is het gebrek aan voldoende vervoer- en logistieke middelen (uitrusting) aangemerkt als een belangrijk obstakel voor de EU-lidstaten om bijstand te verlenen of te krijgen in het kader van het EU-mechanisme voor civiele bescherming. Op grond van de nieuwe verordening krijgt de Commissie de bevoegdheid om vervoer- en logistieke middelen te definiëren als RescEU-capaciteit. De Commissie wordt daardoor in staat gesteld om die vervoer- of logistieke middelen te huren, te leasen of anderszins te contracteren voor zover dit noodzakelijk is om de leemten op het gebied van vervoer en logistiek op te vullen ( artikel 12, lid 3 bis van de verordening ).

In naar behoren gemotiveerde spoedgevallen en na overleg met de EU-lidstaten kan de Europese Commissie volgens de spoedprocedure ook andere middelen en noodzakelijke ondersteunende diensten aankopen, huren, leasen of anderszins contracteren. Deze middelen en diensten moeten dan wel specifiek als RescEU-capaciteit door de Commissie zijn aangemerkt ( artikel 12, lid 3 ter van de verordening ).

EU-doelstellingen inzake rampbestendigheid

De Commissie en de EU-lidstaten moeten samenwerken om EU-doelstellingen inzake rampbestendigheid vast te stellen. De doelstellingen inzake rampbestendigheid dienen rekening te houden met de onmiddellijke sociale gevolgen van rampen en de noodzaak om ervoor te zorgen dat kritieke maatschappelijke functies tijdens een ramp in stand worden gehouden.

Het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC)

Het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC) is een operationeel centrum op EU-niveau dat vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week operationeel is en de capaciteit heeft om operaties in verschillen noodsituaties binnen en buiten de EU in realtime te volgen en te ondersteunen. De coördinatie tussen het ERCC en de nationale civielebeschermingsautoriteiten moet worden versterkt. Ook de samenwerking tussen het ERCC en andere relevante EU-organen zal worden versterkt. Deze coördinatie- en samenwerkingsverplichtingen zijn nu expliciet in de nieuwe verordening opgenomen ( artikel 7, lid 1, tweede alinea, tweede volzin van de verordening ).

Betere verzameling van gegevens

Gegevensverzameling over rampen is van cruciaal belang voor de ontwikkeling van empirisch onderbouwde scenario’s voor potentiële rampen en voor de uitvoering van doeltreffende risicobeheersmaatregelen. De EU-lidstaten dienen gegevens over rampen beter te verzamelen.

Meer informatie:

  • ECER-dossier – EU-mechanisme voor civiele bescherming
  • ECER-bericht – Europese Commissie wil sterker EU-mechanisme voor civiele bescherming (4 juni 2021)