Vrij verkeer van personen: Commissie zit lidstaten achter de broek

Contentverzamelaar

Vrij verkeer van personen: Commissie zit lidstaten achter de broek

Het recht van EU-burgers op vrij verkeer binnen de EU is een van de meest tastbare rechten van de inwoners van de EU en daarom een topprioriteit van de Europese Commissie. De Commissie heeft vorig jaar zomer bijna 800 probleemgevallen bij de lidstaten aan de orde gesteld. Directe aanleiding was de Roma-crisis in Frankrijk. Veel zaken zijn opgelost, maar de Commissie is toch inbreukprocedures gestart tegen 10 lidstaten. Nederland heeft de Commissie toegezegd een wetswijziging door te voeren en behoort daarom niet tot die groep.

Toen Frankrijk in de zomer van 2010 begon met het uitzetten van Roma die in Frankrijk verbleven (Roma zijn in veel gevallen EU-burgers), startte Eurocommissaris Reding ook een breed debat met de lidstaten over het recht van EU-burgers om vrij te reizen en te verblijven op het grondgebied van de lidstaten. De juiste omzetting van richtlijn 2004/38 is hiervoor in de ogen van de Commissie cruciaal.

Volgens de Commissie zijn 711 van de 786 problemen opgelost. Voor het onopgeloste deel is de Commissie inbreukzaken gestart tegen Cyprus, Duitsland, Litouwen, Malta, Oostenrijk, Polen, Spanje, Tsjechiƫ, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.

De Commissie zal in 2013 weer verslag doen aan de Raad en het EP over de toepassing van de richtlijn. Het laatste verslag stamt uit 2008 en werd vergezeld van richtsnoeren van de Commissie voor betere omzetting en toepassing van de richtlijn. In 2010 publiceerde de Commissie een verslag over het EU-burgerschap in het algemeen, het zogenoemde Citizenship Report