Wetsvoorstel voor eenvoudig aanbesteden in de zorg naar de Tweede Kamer gestuurd

Contentverzamelaar

Wetsvoorstel voor eenvoudig aanbesteden in de zorg naar de Tweede Kamer gestuurd

De ministerraad is akkoord gegaan met het wetsvoorstel maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015, dat het mogelijk moet maken om aanbestedingsprocedures voor jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning eenvoudiger in te richten. Het wetsvoorstel is eind april 2021 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op dit moment zijn gemeenten als overheidspartij verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Een groot deel van de betreffende werkzaamheden laten zij door derden verrichten. Daarbij sluiten zij overeenkomsten met die derden of verstrekken zij subsidies. Gemeenten die bepaalde vormen van zorg voor jeugdigen of maatschappelijke ondersteuning willen inkopen en daarbij de beste aanbieders willen selecteren, moeten hun opdrachten vaak aanbesteden. Daarbij gelden de regels van de Aanbestedingswet 2012, die zijn oorsprong vindt in de Europese aanbestedingsrichtlijn ( richtlijn 2014/24/EU ; hierna: Aanbestedingsrichtlijn).

De Europese Aanbestedingsrichtlijn is gebaseerd op de grondgedachte dat gezorgd moet worden voor een eerlijke toegang tot overheidsopdrachten voor alle ondernemingen binnen de Europese Unie. In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, nr. 38516, nr. 3 ) wordt aangehaald dat de aanbestedingsregels voor de inkoop van zorg voor jeugdigen en de maatschappelijke ondersteuning in de praktijk blijken te knellen. Daarom streeft het Nederlandse kabinet naar een wijziging van de Europese Aanbestedingsrichtlijn. De wijziging moet het mogelijk maken, dat diensten op het terrein van het sociaal domein waarvoor geen grensoverschrijdende interesse bestaat, waar zorg voor jeugdigen en maatschappelijke ondersteuning toe behoren, worden uitgezonderd van de werking van die Aanbestedingsrichtlijn. In zijn eerdere brief van 15 november 2019 (Kamerstukken II 2019/20, 34 477, nr. 67, p. 2.) aan de Tweede Kamer meldde de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) echter dat zo’n wijziging niet op korte termijn te verwachten valt.

Om binnen de grenzen van wat op dit moment mogelijk is te doen wat hij kan, heeft de Minister van VWS samen met gemeenten en aanbieders een programma laten inrichten dat de gemeenten ondersteunt bij het aanbesteden en – breder – het inkopen van zorg voor jeugdigen en maatschappelijke ondersteuning. Daarnaast kondigde de Minister van VWS in die eerdere brief aan te werken aan een wetsvoorstel waarmee een in de Jeugdwet en de Wmo 2015 opgenomen regel wordt geschrapt die momenteel het organiseren van een binnen de Aanbestedingsrichtlijn - en daarmee de Aanbestedingswet 2012 - toegestane, vereenvoudigde aanbestedingsprocedure belemmert. Dat wordt in dit wetsvoorstel (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021,
nr. 38516, nr. 2 ) geregeld via het schrappen van het zogenaamde emvi-criterium. De regering hoopt hiermee tevens de overheidsopdrachtgevers (gemeenten) een prikkel te geven om het inkopen van zorg voor jeugdigen of maatschappelijke ondersteuning volgens de zogenoemde ‘open-house-procedure’ te verminderen.

Wetsvoorstel: schrappen emvi-criterium

Gemeenten moeten in aanbestedingsprocedures van dergelijke contracten in het sociaal domein nu nog kiezen voor de aanbieder met de ‘economisch meest voordelige inschrijving’ (het emvi-criterium, zie artikel 67 van richtlijn 2014/24 en artikel 2.114 Aanbestedingswet 2012). In de praktijk betekent dit dat gemeenten offertes moeten opvragen en beoordelen. Met dit wetsvoorstel wordt het gunnen van opdrachten op het emvi-criterium geschrapt. Dit maakt aanbestedingsprocedures zonder offertefase mogelijk. Ook in deze eenvoudigere aanbestedingsprocedures moet iedere goede aanbieder een eerlijke kans op een contract met de gemeente krijgen. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport maakt momenteel een  handreiking  over de inkoop van sociale en andere specifieke diensten (zogenaamde SAS-diensten, die volgens artikel 74 e.v. van richtlijn 2014/24 een verlicht regime kunnen worden aanbesteed) om gemeenten te helpen bij de vormgeving van de eenvoudigere aanbestedingsprocedures voor de inkoop van dergelijke diensten zonder toepassing van het emvi-criterium.

Naast het schrappen van het emvi-criterium maakt het wetsvoorstel het mogelijk om regels op te stellen waar gemeenten rekening mee moeten houden bij het bepalen van een reële prijs voor de in te kopen jeugdzorg. Voor  de inkoop van maatschappelijke ondersteuning  bestaan deze regels al in de vorm van een AMvB Reële prijs Wmo 2015

Meer informatie: