Behoud van wilde dieren en planten (Natura2000)

Behoud van wilde dieren en planten (Natura 2000)

Op deze pagina:

Inleiding

Het milieubeleid van de EU beoogt een samenhangend ecologisch netwerk binnen de EU tot stand te brengen. Dit ecologische netwerk wordt het Natura 2000-netwerk genoemd (artikel 3, lid 1, Habitatrichtlijn). Het doel van Natura 2000 is om kenmerkende en/of bedreigde habitats en planten- en diersoorten te beschermen. In de Vogelrichtlijn  (richtlijn 2009/147) en de Habitatrichtlijn (richtlijn 92/43) zijn voorschriften neergelegd om beschermingsmaatregelen te kunnen treffen. 

De Vogelrichtlijn heeft als doelstelling om in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten te beschermen. Op grond van de Vogelrichtlijn zijn de lidstaten verplicht om alle nodige maatregelen te nemen om de populatie van alle in het wild levende vogelsoorten op een ecologisch verantwoord peil te houden en voldoende gevarieerde leefgebieden voor de vogels te beschermen, in stand te houden of te herstellen.

De Habitatrichtlijn heeft tot doelstelling om de totale biologische diversiteit te behouden. Onder meer door belangrijke (half-)natuurlijke habitats en wilde flora en fauna (met uitzondering van vogels) op het grondgebied van de EU te beschermen. 

Naar boven

Verplichtingen voor de lidstaten

In Nederland is het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) verantwoordelijk voor het naleven van de verplichtingen op grond van de Habitat- en Vogelrichtlijn. De verplichtingen in het kader van de Habitatrichtlijn komen sterk overeen met de verplichtingen in het kader van de Vogelrichtlijn. Het gaat om de volgende verplichtingen:

Het aanwijzen van speciale beschermingszones

Op grond van artikel 3, lid 2, onder a van de Vogelrichtlijn en artikel 3, lid 2, tweede volzin van de Habitatrichtlijn moeten de lidstaten speciale beschermingszones (SBZ) instellen. Speciale beschermingszones worden ingesteld om de in bijlage I bij de Vogelrichtlijn genoemde vogelsoorten te beschermen. Daarnaast moeten speciale beschermingszones worden ingesteld om de in bijlage I en II bij de Habitatrichtlijn genoemde natuurlijke habitats en dieren- en plantensoorten te beschermen. 

Naar boven

Het treffen van maatregelen voor de instandhouding van de speciale beschermingszones

Op grond van artikel 4, leden 1 en 2 van de Vogelrichtlijn en artikel 6, lid 1 van de Habitatrichtlijn zijn de lidstaten verplicht om speciale beschermingsmaatregelen te treffen om de beschermde vogelsoorten, natuurlijke habitats en planten- en diersoorten in stand te houden. In het kader van de Vogelrichtlijn moeten lidstaten onder meer bijzondere aandacht hebben voor vogelsoorten die dreigen uit te sterven. Met betrekking tot de Habitatrichtlijn moeten lidstaten onder meer ervoor zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats niet verslechtert. 

  • ECER-bericht - EU-Hof: aanwijzing van speciale beschermingszones in de zin van de Habitatrichtlijn verschilt van verplichting tot nemen van noodzakelijke instandhoudingsmaatregelen (7 juli 2023)

Naar boven

Het beschermen van dieren- en plantensoorten die ook buiten een speciale beschermingszone voorkomen 

Op grond van artikel 12 en 13 van de Habitatrichtlijn moeten de lidstaten de nodige maatregelen treffen voor de instelling van een strikt systeem voor de bescherming van de dier- en plantensoorten die in bijlage IV bij de Habitatrichtlijn worden genoemd. Het gaat hier om dier- en plantensoorten die ook buiten speciale beschermingszones voorkomen. 

Naar boven

Het toestaan van nieuwe activiteiten

Artikel 6, leden 3 en 4 van de Habitatrichtlijn geven voorschriften wanneer nieuwe activiteiten in een speciale beschermingszone, die significante gevolgen hebben voor de beschermde natuurwaarden, zijn toegestaan. In deze bepalingen worden omstandigheden omschreven waarin plannen of projecten met negatieve gevolgen al dan niet kunnen worden toegestaan. Voor elk plan of project dat geen verband houdt met het beheer van het gebied dient een passende beoordeling van de gevolgen voor het project te worden gemaakt. Op grond van artikel 7 van de Habitatrichtlijn zijn deze verplichtingen ook van toepassing op de Vogelrichtlijn. 

Naar boven

Meer informatie

ECER-berichten

  • ECER-bericht: Europees Parlement neemt standpunt in over voorstel voor een EU-Natuurherstelwet (21 juli 2023)
  • ECER-bericht: Europese Commissie brengt voorstellen uit over natuurherstel en halvering van pesticidengebruik (27 juni 2022)
  • ECER-bericht: EU-Hof: compensatie voor schade die door beschermde vogels is aangericht aan onderneming in Natura 2000-gebied kan staatssteunrechtelijk voordeel vormen (2 februari 2022)
  • ECER-bericht: Nieuwe richtsnoeren van de Europese Commissie voor de bescherming van bepaalde diersoorten (9 december 2021)
  • ECER-bericht: EU-Hof: ook verlaten voortplantingsplaatsen van beschermde diersoorten moeten worden beschermd (29 oktober 2021)
  • ECER-bericht: Richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van plannen en projecten met betrekking tot Natura 2000-gebieden (28 oktober 2021)
  • ECER-bericht: EU-Hof verduidelijkt de reikwijdte van de verboden in de EU-Habitatrichtlijn en de EU-Vogelrichtlijn (11 maart 2021)
  • ECER-bericht: Europese natuur staat onder druk (21 oktober 2020)
  • ECER-bericht: EU-Hof: EU-Habitatrichtlijn heeft ook betrekking op de bescherming van verlaten rustplaatsen van beschermde diersoorten (6 augustus 2020)
  • ECER-bericht: EU-Hof: Ook wolf in bewoond gebied wordt beschermd door EU-Habitatrichtlijn (15 juni 2020)
  • ECER-bericht: EU-Hof veroordeelt Polen voor houtkap in beschermd oerbos (17 april 2018)

Overige informatie

  • Mededeling van de Commissie over het beheer van Natura 2000-gebieden (2019)
  • Online platform van de Europese Commissie voor Natura 2000
  • Website van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)over Natura 2000
  • Informatie van het ministerie van LNV over de Habitatrichtlijn
  • Informatie van het ministerie van LNV over de Vogelrichtlijn

Naar boven