Klimaat

Klimaat

Op deze pagina:

Inleiding

Het mondiale Klimaatakkoord van Parijs werd op 12 december 2015 ondertekend tijdens de Klimaatconferentie van Parijs. Het akkoord bevat onder meer een streefcijfer op lange termijn dat strookt met de doelstelling om de wereldwijde temperatuurstijging ruim onder 2 graden Celsius in vergelijking met het pre-industriĆ«le tijdperk te houden en om inspanningen te blijven leveren zodat de stijging beperkt blijft tot 1,5 graden Celsius. Om deze doelen te bereiken moeten de partijen maatregelen vaststellen. De EU heeft het klimaatakkoord van Parijs goedgekeurd bij Besluit (EU) 2016/1841

In de nieuwe aanpassingsstrategie uit februari 2021 wordt door de Commissie uiteengezet hoe de EU zich kan aanpassen aan de onvermijdelijke gevolgen van de klimaatverandering en tegen 2050 klimaatveerkrachtig kan worden. Bijvoorbeeld door de kennis over klimaateffecten en aanpassingsoplossingen te vergroten, de beoordeling van klimaatrisico's te intensiveren, en sneller (klimaat)aanpassingsmaatregelen te nemen.

In dit ECER-dossier vindt u een niet-uitputtend overzicht van de EU-wetgeving en de wetgevingsvoorstellen op het gebied van klimaat(verandering). 

Naar boven

Europese Klimaatwet

In verordening 2021/1119 - ook wel de Europese Klimaatwet genoemd - is een kader vastgesteld voor de geleidelijke vermindering van de broeikasgasemissies in de EU tot en met 2050. De Europese Klimaatwet bevat onder meer een bindende doelstelling voor de vermindering van broeikasgasemissies in 2030 (met 55% ten opzichte van 1990) en de mogelijkheid om een doelstelling voor de vermindering van broeikasgasemissies in 2040 vast te stellen. Met de vaststelling van de Europese Klimaatwet beoogt de EU het Klimaatakkoord van Parijs na te leven.

Meer informatie:

  • ECER-bericht: Europese Klimaatwet definitief vastgesteld (20 juli 2021)
  • ECER-bericht: Voorlopig akkoord over Europese Klimaatwet bereikt (28 april 2021)
  • ECER-bericht: Commissie stelt Europese Klimaatwet voor om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn (5 maart 2020)
  • ECER-bericht: Europese Raad: klimaat-neutrale EU in 2050 (16 december 2019)

Naar boven

Broeikasgassen

Broeikasgassen zijn o.a. de gassen die worden genoemd in bijlage II bij richtlijn 2003/87, artikel 3, onder 1 van verordening 2018/842 en bijlage I bij verordening 2018/841. Het gaat om kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide/lachgas (N20), stikstofrifluoride (NF3), onvolledig gehalogeneerde fluorkoolwaterstoffen (HFK's), perfluorkoolwaterstoffen (PFK's) en zwavelhexafluoride (SF6). Broeikasgassen zijn gassen in de atmosfeer van de Aarde met het vermogen om warmtestraling te absorberen en geleidelijk in alle richtingen weer te geven. Hierdoor dragen ze bij aan het vasthouden van warmte in de atmosfeer en daarmee aan het verhogen en in stand houden van de evenwichtstemperatuur. Dit wordt het broeikaseffect genoemd. In de volgende vier paragrafen wordt ingegaan op de EU-wetgeving op het gebied van broeikasgassen. 

Naar boven

Handel in broeikgasemissierechten

In richtlijn 2003/87 is op EU-niveau een regeling vastgesteld voor de handel in broeikasgasemissierechten (ETS). Het doel van de regeling is om de uitstoot van broeikasgassen op efficiĆ«nte wijze te verminderen. Op grond van de richtlijn kunnen de activiteiten die in bijlage I bij de richtlijn worden genoemd alleen worden uitgeoefend wanneer de exploitant in het bezit is van een vergunning (artikel 4, richtlijn 2003/87). De vergunning geeft de exploitant het recht om een bepaalde hoeveelheid broeikasgassen gedurende een bepaalde periode uit te stoten (artikel 3, onder a-d, richtlijn 2003/87). Een emissierecht, dat door de vergunning wordt verleend, is een overdraagbaar recht en kan dus worden verhandeld. Bij richtlijn 2008/101 zijn luchtvaartactiviteiten opgenomen in het emissiehandelssysteem van de EU (ETS). 

In 2023 is richtlijn 2003/87 gewijzigd (richtlijn 2023/959). De wijziging voorziet in een afzonderlijk emissiehandelssysteem voor de sector gebouwen, de sector wegvervoer en andere sectoren (hoofdzakelijk kleine industrie). Het nieuwe systeem geldt vanaf 2027 voor distributeurs van brandstoffen voor al deze sectoren. Er is een vrijwaringsmaatregel getroffen om het nieuwe systeem, bij uitzonderlijk hoge olie- en gasprijzen in de aanloop naar de start ervan, pas in 2028 in gebruik te nemen. Daarnaast voorziet de wijziging van de richtlijn in de uitbreiding van het toepassingsgebied van die richtlijn tot maritiem vervoer. 

Meer informatie:

  • Pagina van de Nederlandse Emissieautoriteit - Wat is emissiehandel?
  • ECER-bericht - Belangrijke wetgeving om de EU-klimaatdoelen voor 2030 te behalen in het EU-Publicatieblad gepubliceerd (23 mei 2023)
  • ECER-bericht: Nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten blijft in stand (1 september 2016)
  • ECER-bericht: EU-besluit broeikasgasemissierechten ongeldig verklaard (28 april 2016)

Naar boven

Broeikasgasemissies in bepaalde sectoren

ESR-verordening

Verordening 2018/842 - ook wel de verordening verdere inspanningen (ESR) genoemd - is van toepassing op broeikasgasemissies die worden gegenereerd door gebouwen, de landbouw, het afvalbeheer en het vervoer (met uitzondering van vervoer door de lucht en internationaal zeevervoer). De verordening bevat voor de lidstaten bindende emissiereductiestreefcijfers voor de periode 2021-2030 voor de in de vorige zin bedoelde sectoren. In 2023 is de verordening verdere inspanningen herzien (Verordening 2023/857) (zie het ECER-bericht). Volgens de herziene verordening verdere inspanningen moeten de broeikasgasemissies voor de sectoren die hij bestrijkt uiterlijk in 2030 met 40 procent zijn verminderd ten opzichte van de niveaus van 2005. De herziene verordening verdere inspanningen kent elke lidstaat een hoger nationaal streefcijfer toe en past de manier waarop de lidstaten de bestaande flexibiliteit kunnen gebruiken aan, zodat zij hun streefcijfers kunnen halen. 

LULUCF-verordening

Verordening 2018/841 - ook wel de LULUCF-verordening genoemd - is van toepassing op broeikasgasemissies als gevolg van het beheer van land en bos. De LULUCF-verordening voert de verplichting voor de lidstaten in om ervoor te zorgen dat de emissies in de in de vorige zin bedoelde sectoren niet groter zijn dan de verwijderingen door landgebruik, veranderingen in landgebruik en bossen.. De LULUCF-verordening is in 2023 gewijzigd (Verordening 2023/839) (zie het ECER-bericht). Met de wijziging blijven de eerdere regels, waarbij er niet meer emissies mogen zijn dan verwijderingen, tot 2025 van toepassing. In de periode 2026-2030, waarin er meer koolstof verwijderd dan uitgestoten moet worden, geldt er voor elke lidstaat een bindend nationaal streefcijfer voor 2030. 

Naar boven

Gefluoreerde broeikasgassen

Gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen) zijn fluorkoolwaterstoffen (HFK's), perfluorkoolstoffen (PFK's), zwavelhexafluoride (SF6) en andere broeikasgassen die fluor bevatten, als opgenomen in de lijst van bijlage I bij verordening 517/2014, en mengsels die een van deze stoffen bevatten. Fluorkoolwaterstoffen (HFK's) worden onder meer toegepast als koelmiddel in koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur. Perfluorkoolstoffen (PFK's) worden bijvoorbeeld gebruikt in de elektronische industrie en in de farmaceutische en cosmetische industrie. Zwavelhexafluoride (SF6) wordt voornamelijk gebruikt als isolatiegas, voor het doven van de lichtboog in hoogspanningsschakelaars en als afdekgas in de magnesium- en aluminiumproductie. 

Verordening 517/2014 (hierna: de F-gasverordening) is vastgesteld om de toename van F-gasemissies om te buigen. Fluorkoolwaterstoffen (HFK's) zijn de belangrijkste groep F-gassen waarvan de emissies van invloed zijn op het klimaat. De F-gasverordening voorzag in de invoering van een uitfasering van HFK's in de EU, namelijk een quotomregeling waarbij de hoeveelheden HFK's die ondernemingen jaarlijks in de EU mogen invoeren of produceren, en dus in de handel mogen brengen, geleidelijk worden gereduceerd (artikel 15 e.v.)

Op 5 april 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel gepresenteerd voor een herziening van de F-gasverordening. Het voorstel voorziet onder meer in een opgeschroefde ambitie in het quotumschema tot 2030 om HFK's versneld terug te faseren (zie het ECER-bericht over het voorstel). 

Meer informatie:

  • Pagina van het Kenniscentrum Infomil - Gefluoreerde broeikasgassen

Naar boven

Ozonlaagafbrekende stoffen

Ozonlaagafbrekende stoffen zijn door de mens gemaakte stoffen dia na emissie de bovenste atmosfeer bereiken en schade toebrengen aan de stratosferische ozonlaag, die het oppervlak van de aarde beschermt tegen gevaarlijke UV-straling van de zon. Deze schade leidt tot het zogenaamde 'gat in de ozonlaag'. Daarnaast zijn ozonlaagafbrekende stoffen ook krachtige broeikasgassen met een hoog aardopwarmingsvermogen.

Verordening 1005/2009 (ODS-verordening of ozonverordening) is het belangrijkste EU-instrument gericht op ozonlaagafbrekende stoffen. De algemene doelstelling van de verordening is om emissies van ozonlaagafbrekende stoffen te voorkomen en naleving van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (1987) te waarborgen. Op 5 april 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een herziening van de ODS-verordening gepresenteerd (zie het ECER-bericht over het voorstel). 

Meer informatie:

  • Pagina van het Kenniscentrum Infomil - Ozonlaagafbrekende stoffen

Naar boven

Fonds voor een rechtvaardige (klimaat)transitie

Verordening 2021/1056 voorziet in de oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie. De doelen van het Fonds voor een rechtvaardige transitie zijn om de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de gebieden en werknemers die het meest worden geraakt door de transitie. Het Fonds zal onder meer investeringen in hernieuwbare energie ondersteunen en de bij- en omscholing van werknemers en werkzoekenden financieren. 

  • ECER-bericht: EU-Fonds voor een rechtvaardige transitie moet bijdragen aan een eerlijke en inclusieve klimaattransitie in de EU (2 juli 2021)

Naar boven

Sociaal Klimaatfonds

In 2023 is een verordening aangenomen die voorziet in de oprichting van het Sociaal Klimaatfonds. De oprichting van dit fonds is verbonden met het afzonderlijke emissiehandelssysteem voor de sector gebouwen, de sector wegvervoer en andere sectoren (hoofdzakelijk kleine industrie). Om maatregelen en investeringen ter ondersteuning van kwetsbare gezinnen, micro-ondernemingen en vervoersgebruikers te financieren en hen te helpen omgaan met de prijseffecten van een emissiehandelssysteem voor de sector gebouwen, de sector wegvervoer en andere sectoren, kunnen de EU-lidstaten gebruikmaken van het Sociaal Klimaatfonds. Het Sociaal Klimaatfonds zal voornamelijk worden gefinancierd met inkomsten uit het nieuwe afzonderlijke emissiehandelssysteem, aangevuld met nationale bedragen, tot een maximumbedrag van 65 miljoen euro. Het fonds wordt tijdelijk ingesteld voor de periode 2026-2032. 

  • ECER-bericht - Belangrijkste wetgeving om de EU-klimaatdoelen voor 2030 te behalen in het EU-Publicatieblad gepubliceerd (23 mei 2023)

Naar boven

Mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (CBAM)

Het mechanisme voor koolstofcorrectie (EN: Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM)) (Verordening 2023/956) moet voorkomen dat de inspanningen van de EU om haar broeikasgasemissies te verminderen, worden tenietgedaan doordat de productie zich verplaatst naar niet-EU-landen (met een minder ambitieus klimaatbeleid) of doordat er meer koolstofintensieve producten worden ingevoerd, waardoor de uitstoot van broeikasgassen buiten de EU toeneemt. Het EU-emissiehandelssysteem, waarbij producenten rechten kopen om hun C02-uitstoot te compenseren, geldt namelijk niet voor productie buiten de EU. 

Wanneer de productie buiten de EU plaatsvindt, zullen EU-importeurs CBAM-certificaten moeten kopen voor een bedrag gelijk aan de prijs van de ETS-emissierechten die producenten binnen de EU moeten betalen voor hun CO2-emissies. Het CBAM geldt voor de volgende sectoren: ijzer en staal, cement, meststoffen, aluminium, elektriciteit en waterstofproductie. Ook is de CBAM van toepassing op bepaalde precursoren en downstreamproducten (producten die zich in de waardeketen boven of onder producten die onder het CBAM vallen bevinden). 

  • Uitvoeringsverordening tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de CBAM-verordening wat betreft rapportageverplichtingen voor de toepassing van de CBAM tijdens de overgangsperiode

Naar boven