Op deze pagina:
Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Rome (1957) vormt bestrijding van discriminatie één van de taken van de Europese Unie. De EU-Verdragen bevatten in eerste instantie bepalingen voor de bescherming tegen discriminatie op grond van nationaliteit en geslacht. Sinds 1999 beschikt de EU ook over bevoegdheden om discriminatie op grond van ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden.
In dit ECER-dossier wordt eerst afzonderlijk ingegaan op de verschillende discriminatiegronden: geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid (zie het ECER-dossier over discriminatiegronden). Vervolgens wordt ingegaan op de (toekomstige) EU-rechtelijke verplichtingen voor nationale gelijkheidsorganen (zie het ECER-dossier over gelijkheidsorganen).
Naar boven
11-12-2023
In de Mededeling worden alle Europeanen opgeroepen om stelling te nemen tegen haat en zich uit te spreken voor tolerantie en respect. Ook bevat de Mededeling diverse maatregelen ter vermindering van het aantal haatzaaiende ...
09-08-2022
De Richtlijn stelt onder andere minimumvereisten vast voor ouderschaps- en zorgverlof en roept aanvullende rechten in het leven, zoals het recht om te verzoeken om flexibele werkregelingen. Hiermee wordt een betere balans ...
09-03-2021
De op 3 maart gepresenteerde gehandicaptenstrategie van de Europese Commissie omvat actieplannen om ervoor te zorgen dat gehandicapten eenvoudiger gebruik kunnen maken van hun recht van vrij verkeer en verblijf binnen de EU ...