Op deze pagina:
Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Rome (1957) vormt bestrijding van discriminatie één van de taken van de Europese Unie. De EU-Verdragen bevatten in eerste instantie bepalingen voor de bescherming tegen discriminatie op grond van nationaliteit en geslacht. Sinds 1999 beschikt de EU ook over bevoegdheden om discriminatie op grond van ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden.
In dit ECER-dossier wordt eerst afzonderlijk ingegaan op de verschillende discriminatiegronden: geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid (zie het ECER-dossier over discriminatiegronden). Vervolgens wordt ingegaan op de (toekomstige) EU-rechtelijke verplichtingen voor nationale gelijkheidsorganen (zie het ECER-dossier over gelijkheidsorganen).
Naar boven
01-10-2024
In het verslag beoordeelt de Commissie hoe de strategie in de praktijk is gebracht. Het verslag beschrijft hoe de situatie van lhbtiq’ers zich heeft ontwikkeld, welke vooruitgang is geboekt en aan welke gebieden meer ...
De Commissie benadrukt in het verslag dat er vooruitgang wordt geboekt door het integreren van racismebestrijding in verschillende beleidsmaatregelen en door het opzetten van specifieke structuren en mechanismen om racisme ...
11-12-2023
In de Mededeling worden alle Europeanen opgeroepen om stelling te nemen tegen haat en zich uit te spreken voor tolerantie en respect. Ook bevat de Mededeling diverse maatregelen ter vermindering van het aantal haatzaaiende ...