EU-Hof: Werknemers hebben recht op betaalde vakantie tussen onrechtmatig ontslag en wederindienstneming

Contentverzamelaar

EU-Hof: Werknemers hebben recht op betaalde vakantie tussen onrechtmatig ontslag en wederindienstneming

Wanneer een werknemer tijdens het dienstverband onrechtmatig wordt ontslagen en vervolgens overeenkomstig nationaal recht de werkzaamheden weer hervat, heeft deze werknemer recht op jaarlijkse betaalde vakantie. De werknemer heeft ook recht op vergoeding van niet-opgenomen jaarlijkse vakantie. Dat antwoordt het EU-Hof op vragen van Italiaanse en Bulgaarse rechters.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 25 juni 2020 in de gevoegde zaken C-762/18, QH tegen Varhoven Kasatsionen sad na Republika Bulgaria en C-37/19, CV tegen Iccrea Banca SpA.

De eerste zaak betreft QH, een voormalige werknemer van een school in Bulgarije. QH werd ontslagen en vervolgens weer aangenomen nadat een rechter het ontslag onwettig verklaarde. De tweede zaak betreft CV, een voormalige werknemer van een Italiaanse bank, die ook ontslagen en weer aangenomen werd nadat een rechter het ontslag onwettig verklaarde. Beide, QH en CV, zijn vervolgens een tweede keer ontslagen.

De verwijzende Italiaanse en Bulgaarse rechters vragen zich af of Europees recht zo moet worden uitgelegd dat een werknemer recht heeft op een jaarlijkse betaalde vakantie in de periode tussen het onrechtmatige ontslag en de wederindienstneming. Ook vragen de rechters zich af of werknemers in een dergelijke situatie recht hebben op financiële compensatie voor niet-opgenomen jaarlijkse vakantiedagen.  

Het EU-Hof beantwoordt de vragen bevestigend. Het EU-Hof heeft eerder al geoordeeld dat wanneer een werknemer die het werk niet kan uitoefenen door overmacht, recht heeft op betaald verlof. Bij een ontslag is er volgens het Hof dan ook in principe sprake van overmacht.

Het EU-Hof leidt hieruit af dat wanneer een werknemer tijdelijk niet kan werken door onwettig ontslag en vervolgens weer wordt aangenomen, deze periode meegeteld dient te worden bij het bepalen van de betaalde vakantiedagen.

Hiernaast stelt het EU-Hof dat als een werknemer een tweede keer wordt ontslagen, de werknemer recht heeft op een vergoeding voor de niet-opgenomen betaalde vakantiedagen.

Het is mogelijk dat de werknemer na het ontslag en voor het herstellen van het dienstverband tijdelijk werkzaam is geweest bij een nieuwe werkgever. Dan geldt het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon alleen ten aanzien van de nieuwe werkgever, aldus het EU-Hof.