Op deze pagina:
Artikel 81, lid 2, aanhef en sub c, EU-Werkingsverdrag bepaalt dat de EU maatregelen kan vaststellen om collisie- en jurisdictiegeschillen te voorkomen. Collisiegeschillen zien op de situatie dat niet duidelijk is welk nationaal recht van toepassing is. Jurisdictiegeschillen zien op de situatie dat onduidelijk is welke nationale rechter zich bevoegd mag achten om over een zaak te oordelen.
Verordening 1215/2012, ook wel de Brussel Ibis-verordening genoemd, geeft voorschriften om te bepalen welke rechter zich bevoegd mag achten om over een burgerlijke- of handelszaak te mogen oordelen. De verordening benadrukt expliciet dat zij niet van toepassing is op fiscale zaken, douanezaken en administratiefrechterlijke zaken. Ook vindt de verordening geen toepassing bij de aansprakelijkheid van lidstaten wegens een handeling of nalaten in de uitoefening van het openbaar gezag.
Artikel 1, lid 2, Brussel Ibis-verordening bepaalt dat de toepassing van de verordening is uitgesloten voor een aantal specifieke gebieden binnen het burgerlijk recht. Daarbij kan worden gedacht aan het huwelijksvermogensrecht, alimentatieverplichtingen en arbitrage. De EU-wetgever heeft ten aanzien van een aantal uitzonderingen afzonderlijke wetgeving vastgesteld om de rechterlijke bevoegdheid vast te stellen. Deze afzonderlijke wetgeving wordt hieronder behandeld.
Naar boven
Verordening 2201/2003 is van toepassing op alle burgerlijke zaken die betrekking hebben op de echtscheiding, de scheiding van tafel en bed en de nietigverklaring van het huwelijk. Ook is de verordening van toepassing op de toekenning, de uitoefening, de overdracht, de beperking en de beëindiging van de ouderlijke verantwoordelijkheid. De EU-wetgever heeft een gezamenlijke regeling voor huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid vastgesteld, omdat geschillen inzake ouderlijke verantwoordelijkheid zich vaak voordoen in de context van echtscheidingen. Verordening 2019/1111 moet verordening 2201/2003 vanaf 1 augustus 2022 in het geheel gaan vervangen.
Verordening 2016/1103 is van toepassing op alle vermogensrechtelijke betrekkingen die tussen de echtgenoten onderling en de echtgenoten en derden bestaan. Deze betrekkingen kunnen tijdens het huwelijk zijn ontstaan of bij de ontbinding van het huwelijk. Verordening 2016/1104 ziet daarentegen op de vermogensrechtelijke betrekkingen die tussen geregistreerde partners onderling en tussen de partners en derden zijn ontstaan. Ook hierbij geldt dat deze betrekkingen tijdens het partnerschap kunnen zijn ontstaan of bij de ontbinding van het partnerschap.
De twee verordeningen zijn aangenomen op grond van de bepalingen van de nauwere samenwerking. Doordat de verordeningen op grond van de nauwere samenwerking zijn aangenomen, zijn de verordeningen niet op alle lidstaten van toepassing (klik hier voor een overzicht van de deelnemende lidstaten)
Groen licht voor nauwere EU-samenwerking vermogensrecht internationale paren (24 juni 2016)
De Rome I-verordening stelt vast welk nationaal recht van toepassing is op verschillende aspecten van overeenkomsten. In artikel 12 van de Rome I-verordening zijn de onderwerpen opgenomen die door het toepasselijk recht worden beheerst. Het gaat om de uitlegging, de nakoming en de gevolgen van de nietigheid van de overeenkomst. Ook is het toepasselijk recht van toepassing op de gevolgen van een gedeeltelijke of gehele tekortkoming in de naleving van de overeenkomst, inclusief de eventuele vaststelling van schade. Daarnaast worden ook de verschillende wijzen waarop verbintenissen tenietgaan, alsmede de verjaring en het verval van rechten als gevolg van het verstrijken van een termijn, door het toepasselijk recht beheerst.
De Rome II-verordening stelt vast welk nationaal recht van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen. Het gaat daarbij om schade die voortvloeit uit onrechtmatige daad, zaakwaarneming, ongerechtvaardigde verrijking of precontractuele aansprakelijkheid (artikel 2 Rome II-verordening). Het toepasselijk recht dat van toepassing is regelt onder meer de grond en de omvang van de aansprakelijkheid, de vaststelling wie aansprakelijk is, de gronden voor uitsluiting van aansprakelijkheid en de aansprakelijkheid voor handelingen van anderen (zie verder artikel 15 Rome II-verordening).
Rome II nadert voltooiing (21 mei 2007)
De Rome III-verordening geeft voorschriften om vast te kunnen stellen welk nationaal recht van toepassing is bij echtscheiding en scheiding van tafel en bed. Deze verordening is vastgesteld op grond van de bepalingen van de nauwere samenwerking. Als gevolg hiervan nemen niet alle EU-lidstaten deel aan deze verordening (klik hier voor een overzicht van de deelnemende lidstaten).
Sharia-scheiding valt niet onder EU-echtscheidingsregels (20 december 2017)
Echtscheiding leidt tot nauwere samenwerking (23 juli 2010)
Eerste nauwere samenwerking bijna een feit (4 juni 2010)
Eerste nauwere samenwerking binnen de EU in aantocht (29 juli 2008)