In een geding betreffende de uitbreiding van bestaande concessies voor de exploitatie van verzorgingsplaatsen langs de Duitse autosnelwegen ter aanleg en exploitatie van oplaadpalen voor elektrische voertuigen, beantwoordt het EU-Hof de vraag of onder bepaalde voorwaarden tot een dergelijke uitbreiding kan worden overgegaan zonder een nieuwe gunningsprocedure bevestigend. Het feit dat de concessie aanvankelijk aan een inhouse-entiteit is gegund en de concessiehouder ondertussen is geprivatiseerd verzet zich daar niet tegen. Het is niet nodig om de rechtmatigheid van de oorspronkelijke gunning van de concessie te toetsen wanneer de termijn om die gunning aan te vechten al is verstreken. De voorwaarde dat de „behoefte aan wijziging” het gevolg is van onvoorzienbare omstandigheden betekent dat die omstandigheden vereisen dat de oorspronkelijke concessie wordt aangepast om te waarborgen dat de correcte uitvoering ervan kan worden voortgezet. Dat is de uitspraak van het EU-Hof naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Duitse rechter.
Nieuwsbericht | 29-04-2025
Een wettelijke regeling van een lidstaat (in dit geval Polen) waarbij terreinen, gebouwen en bouwwerken die deel uitmaken van de spoorweginfrastructuur worden vrijgesteld van onroerendezaakbelasting wanneer die infrastructuur ter beschikking van de spoorwegvervoerders wordt gesteld, lijkt geen maatregel die de begunstigden van deze vrijstelling een selectief voordeel verleent. Omdat een dergelijke vrijstelling wordt geacht inherent te zijn aan het „normale” belastingstelsel, verleent zij over het algemeen geen selectief voordeel. Die vrijstelling zou wel selectief kunnen zijn. Ten eerste wanneer de vrijstelling deel uitmaakt van een belastingstelsel dat is opgezet volgens kennelijk discriminerende parameters. Ten tweede wanneer de voorwaarden van de relevante regelgeving om voor deze vrijstelling in aanmerking te komen betrekking hebben op specifieke kenmerken van de begunstigde ondernemingen, waarbij die kenmerken onlosmakelijk verbonden zijn met de aard van die ondernemingen of van hun activiteiten, zodat zij een coherente categorie vormen. Dat is de uitspraak van het EU-Hof naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Poolse rechter.
In het jaarverslag wordt een uitgebreid overzicht gegeven van de uitvoering door de Europese Commissie van de Digitalemarktenverordening (DMA) en van de vooruitgang die in 2024 is geboekt met de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.
Nieuwsbericht | 28-04-2025
De voorgestelde wijzigingen via de nieuwe verordening zullen de EU en lidstaten beter in staat stellen belangrijke defensievermogens te ontwikkelen, op te schalen en te innoveren, en tegelijkertijd de toegang tot EU-middelen voor defensiegerelateerde projecten te stroomlijnen.
Nieuwsbericht | 25-04-2025
De raadpleging moet gaan bijdragen aan de komende richtsnoeren van de Europese Commissie. Die richtsnoeren zullen de belangrijkste concepten verduidelijken die ten grondslag liggen aan de bepalingen in de AI-wet inzake AI-modellen voor algemene doeleinden.
De Europese Commissie heeft vastgesteld dat Apple zijn antistuurverplichting uit hoofde van de Digital Markets Act (DMA) heeft geschonden en dat Meta de DMA-verplichting heeft geschonden om consumenten de keuze te geven voor een dienst die minder van hun persoonsgegevens gebruikt. Daarom heeft de Commissie Apple en Meta een boete opgelegd van respectievelijk 500 miljoen en 200 miljoen euro.
Het Kaderbesluit EAB staat de uitvoerende rechterlijke autoriteit toe om de tenuitvoerlegging van een EAB te weigeren wanneer (I) de strafvervolging volgens de wetgeving van de uitvoerende lidstaat is verjaard en (II) de feiten naar het strafrecht van deze staat onder zijn eigen rechtsmacht vallen. Deze twee voorwaarden zijn cumulatief. De rechterlijke autoriteit kan zich dus niet op die weigeringsgrond beroepen wanneer de strafvervolging of straf volgens de wetgeving van de uitvoerende lidstaat is verjaard, maar de feiten naar het strafrecht van de uitvoerende lidstaat niet onder zijn rechtsmacht vallen. Dat is het antwoord van het EU-Hof op prejudiciële vragen van een Spaanse rechter.
Op basis van de EU-burgerschapsrichtlijn moeten de lidstaten een verblijfskaart afgeven aan een derdelander die een rechtstreekse bloedverwant in opgaande lijn van een mobiele EU-burger is en die afhankelijk is van die burger. Wanneer de aanvraag voor die verblijfskaart verscheidende jaren na de verhuizing uit het land van oorsprong plaatsvindt, moeten de nationale autoriteiten bij de beoordeling van de afhankelijkheid zowel rekening houden met de situatie in het land van oorsprong op de datum van verhuizing als met de situatie op de datum van indiening van de aanvraag van de verblijfskaart. Dat is het antwoord van het EU-Hof op prejudiciële vragen van een Belgische rechter.
Nieuwsbericht | 24-04-2025
Het briefadvies gaat over de hervormingsmogelijkheden van de Europese Unie op het terrein van het buitenlands- en veiligheidsbeleid, de EU-begroting en de bescherming van de rechtsstaat.
Nieuwsbericht | 18-04-2025
In 2024 was Europa het continent dat het snelst opwarmde. Dit blijkt uit het Europese rapport over de toestand van het klimaat van Copernicus.
Toont 1 - 10 van 4.650 resultaten.