C-505/18 COPEBI
Prejudiciële hofzaak Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar). Termijnen: Motivering departement: 24 september 2018 Schriftelijke opmerkingen: 10 november 2018 Trefwoorden: staatssteun; landbouw Onderwerp: - Beschikking van de Commissie van 28 januari 2009 betreffende de in Frankrijk ten uitvoer gelegde noodplannen (“plans de campagne”) in de groente- en fruitsector” (C 29/05 (ex NN 57/05)) (2009/402/EG); - Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit; - Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit. Feiten: De rechtsvoorganger van FranceAgriMers (het nationaal interprofessioneel bureau voor groenten, fruit en tuibouw) heeft tussen 1998 en 2002 een conjuncturele stimulans gecreëerd om de levering van kersen aan de verwerkingsindustrie op contractbasis te laten verlopen, in de vorm van financiële steun per betrokken verkoopseizoen. Deze steun werd door FranceAgriMer uitgekeerd, via het economische comité voor de knapkersindustrie (CEBI), dat de steun doorstortte aan zijn leden, waaronder COPEBI. De Europese Commissie heeft bij beschikking 2009/402/EG verklaard dat de steun aan de Franse groente- en fruitsector bedoeld was om de afzet van Franse producten te vergemakkelijken door de verkoopprijs of de op de markt aangeboden hoeveelheden te manipuleren, dat een dergelijk ingrijpen met het Unierecht strijdige staatssteun vormde en dat deze moest worden teruggevorderd. Hierna is de Franse overheid begonnen met terugvordering van de onrechtmatig verleende steun en heeft FranceAgriMer op 29 maart 2013 een bevel uitgevaardigd tegen COPEBI tot terugbetaling van de verkregen steun. COPEBI heeft verzocht om nietigverklaring van dit bevel. COPEBI stelt zich op het standpunt dat de schuldvordering verjaard was toen zij werd opgeëist en dat de steun die zij had ontvangen niet werd bedoeld in beschikking 2009/402/EG. Overweging: De verwijzende rechter overweegt dat beschikking 2009/402/EG ziet op de groente- en fruitmarkt, waartoe de markt voor industriële knapkersen behoort. Het is volgens de verwijzende rechter juist dat het CEBI inderdaad steun ontving “om de afzet van Franse producten te vergemakkelijken door de verkoopprijs of de op de markt aangeboden hoeveelheden te manipuleren”, zoals in de beschikking wordt vermeld. Het CEBI wordt echter niet vermeld bij de acht economische landbouw comités die in de beschikking worden opgesomd. Anders dan het in de beschikking beschreven financieringsmechanisme, werd de steun ook niet gefinancierd met vrijwillige bijdragen van de producenten, maar enkel met subsidies. De steunbedragen die jaarlijks via het CEBI aan de industriële knapkersproducenten werden uitgekeerd staan wel tussen de bedragen in de tabel in punt 29 van de beschikking, maar deze bedragen werden meegedeeld door de Franse autoriteiten en er zijn geen aanwijzingen om aan te nemen dat de Commissie deze formeel heeft overgenomen. Volgens de verwijzende rechter hangt de rechtmatigheid van het door FranceAgriMer tegen COPEBI uitgevaardigde bevel af van de vraag of die beschikking aldus moet worden uitgelegd dat zij ziet op de steun die is uitgekeerd aan het CEBI en die de leden van het CEBI hebben toegekend aan de industriële knapkersproducenten, alhoewel het CEBI niet tussen de economische landbouw comités staat die in de beschikking worden opgesomd en hoewel de betrokken steun, anders dan het in de beschikking beschreven financieringsmechanisme, enkel met subsidies werd gefinancierd en niet tevens met vrijwillige bijdragen van de producenten. Prejudiciële vraag: Moet beschikking 2009/402/EG van de Europese Commissie van 28 januari 2009 betreffende de in Frankrijk ten uitvoer gelegde noodplannen („plans de campagne”) in de groente- en fruitsector [C 29/05 (ex NN 57/05)] aldus worden uitgelegd dat zij ziet op de steun die het office national interprofessionnel des fruits, des légumes et de l’horticulture (ONIFLHOR) (nationaal interprofessioneel bureau voor groenten, fruit en tuinbouw) heeft uitgekeerd aan het comité économique agricole du bigarreau d’industrie (CEBI) (economisch comité voor de knapkersindustrie) en die de producentengroeperingen-leden van dit comité hebben toegekend aan de industriële knapkersproducenten, hoewel het CEBI niet behoort tot de acht economische landbouwcomités die in punt 15 van de beschikking worden opgesomd en hoewel de betrokken steun, anders dan het in de punten 24 tot en met 28 van die beschikking beschreven financieringsmechanisme, enkel met ONIFLHOR-subsidies werd gefinancierd en niet tevens met vrijwillige bijdragen van de producenten (zogenaamde „beroepsbijdragen”)? Aangehaalde (recente) jurisprudentie: T-139/09 Frankrijk/Commissie, T-243/09 Fédération de l’organisation économique fruits et légumes (Fedecom)/Commissie Specifiek beleidsterrein: EZK; LNV