C-601/24 Gotka

Contentverzamelaar

C-601/24 Gotka

Prejudiciële hofzaak  

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    5 november 2024
Schriftelijke opmerkingen:                    22 december 2024

Trefwoorden: geneesmiddelen, bescherming van dier-en plantensoorten, strafrechtelijke aansprakelijkheid

Onderwerp:  Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer: artikel 1, artikel 2, onder t) en j).

Feiten:
De zaak gaat over de strafrechtelijke aansprakelijkheid van een natuurlijke persoon, ‘V.B.’, die in Oekraïne voor eigen gebruik vier verpakkingen ‘Golden Seahorse-tabletten’ (100 tabletten per verpakking) heeft gekocht van een preparaat dat een extract bevat van de hippocampus japonicus (een straalvinnige vissensoort), en vervolgens met dit product het grondgebied van de Unie is binnengekomen. Het product is in Indonesië geproduceerd en door V.B. vervoerd zonder vergunning van de Poolse nationale autoriteiten. V.B. verklaart het product te hebben gekocht bij een legaal medisch centrum in Oekraïne. 

Overweging:
De verwijzende rechter stelt dat het afhankelijk is van de uitleg van het Unierecht of V.B. strafrechtelijk aansprakelijk is. De eerste vraag die daarvoor beantwoord moet worden is of het geneesmiddel, dat in zijn samenstelling een extract van de hippocampus japonicus bevat, als een specimen van een beschermde soort moet worden beschouwd. De verwijzende rechter vraagt daarnaast aan het Hof of het geneesmiddel valt onder het begrip ‘persoonlijke bezittingen of huisraad’ in de zin van artikel 2, onder j) van de verordening, omdat die bezittingen op grond van artikel 7, lid 3 van de verordening zijn vrijgesteld van de vergunningsplicht. Tevens is het de vraag of het doel van verordening 338/97 zich verzet tegen het strafrechtelijk vervolgen van de consument, wanneer er geen aanwijzingen zijn dat dit geneesmiddel voor commerciële doeleinden bedoeld is. 

Prejudiciële vragen:
1. Moet het begrip „specimen” in artikel 2, onder t), van verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PB 1997, L 61, blz. 1) aldus worden opgevat dat het ook betrekking heeft op een geneesmiddel dat legaal verkrijgbaar is in apotheken van een derde land dat geen lid is van de Europese Unie en dat onder andere een extract bevat van de hippocampus japonicus Syngnathidae Hippocampus spp. (II), die in bijlage B bij deze verordening is opgenomen? 

2. Moet artikel 1 van verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer in het licht van artikel 2, onder t), van deze verordening aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling die het mogelijk maakt om een consument strafrechtelijk te vervolgen omdat hij (zonder vergunning) een voor eigen gebruik bestemd geneesmiddel in de Gemeenschap binnenbrengt dat legaal is gekocht in een apotheek in een derde land dat geen lid is van de Europese Unie en dat onder andere een extract bevat van de hippocampus japonicus Syngnathidae Hippocampus spp. (II), die in bijlage B bij deze verordening is opgenomen, wanneer er geen aanwijzingen zijn dat dit geneesmiddel voor commerciële doeleinden is bedoeld? 

3. Moet het begrip „persoonlijke bezittingen of huisraad” in artikel 2, onder j), van verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (die op grond van artikel 7, lid 3, van deze verordening van de vergunningsplicht zijn vrijgesteld), aldus worden uitgelegd dat het ook een geneesmiddel omvat dat legaal – voor medisch gebruik door de koper of zijn naaste – is gekocht in een apotheek in een derde land dat geen lid is van de Europese Unie en dat in zijn complexe samenstelling onder andere een extract bevat van de hippocampus japonicus Syngnathidae Hippocampus spp. (II), die in bijlage B bij deze verordening is opgenomen, wanneer er geen aanwijzingen zijn dat dit geneesmiddel voor commerciële doeleinden is bedoeld? 
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -

Specifiek beleidsterrein: VWS; LVVN; JenV

Gerelateerde documenten