Op deze pagina:
Naast de expliciet in het EU-Werkingsverdrag opgenomen uitzonderingsgronden op het vrij verkeer zijn in de rechtspraak van het EU-Hof ongeschreven rechtvaardigingsgronden ontwikkeld. Deze ongeschreven rechtvaardigingsgronden worden ook wel dwingende redenen van algemeen belang of de rule of reason ("gezond verstand") genoemd. De term rule of reason is afkomstig uit de Amerikaanse mededingingsrechtspraak.
Naar boven
In het arrest Cassis de Dijon (C-120/78, punt 8) oordeelde het EU-Hof dat nationale maatregelen die het vrij verkeer van goederen belemmeren, maar beantwoorden aan dringende behoeften, toch verenigbaar kunnen zijn met artikel 34 EU-Werkingsverdrag. In die zaak ging het om de doeltreffendheid van fiscale controles, de bescherming van de volksgezondheid, de eerlijkheid der handelstransacties en de bescherming van consumenten.
In de zaak Cassis de Dijon ging het om een Duitse wet waarin werd bepaald dat bepaalde alcoholische dranken een minimumalcoholpercentage dienden te hebben. Het EU-Hof accepteerde dat de lidstaten destijds alle zaken betreffende de productie en marketing van alcohol mochten reguleren, omdat op EU-niveau nog geen harmonisatiemaatregel tot stand was gekomen.
In het arrest Gebhard (C-55/94. punt 37) oordeelde het EU-Hof dat nationale maatregelen die het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal kunnen belemmeren of minder aantrekkelijk kunnen maken, moeten voldoen aan de volgende eisen om een geldige rechtvaardiging te kunnen zijn:
Uit latere jurisprudentie van het EU-Hof kunnen nog twee vereisten worden afgeleid:
Het EU-Hof heeft tot op heden een aantal rechtvaardigingsgronden geaccepteerd om een inbreuk op het vrij verkeer te kunnen rechtvaardigen. Echter, in veel gevallen heeft het EU-Hof het beroep op deze rechtvaardigingsgronden afgewezen omdat niet werd voldaan aan de voorwaarden uit de rechtspraak van het EU-Hof. De lidstaat moet bewijzen dat aan alle voorwaarden is voldaan. Het is dus niet voldoende om alleen te wijzen op een rechtvaardigingsgrond, maar een lidstaat moet ook onderbouwen dat aan alle andere voorwaarden is voldaan.
Hieronder wordt een overzicht gegeven van rechtvaardigingsgronden die het EU-Hof als zodanig heeft aanvaard:
Terug naar overzicht van rechtvaardigingsgronden