De toetreding van een nieuwe lidstaat tot de EU vergt een uitgebreid pakket maatregelen om de toepassing van het bestaande EU-recht op de nieuwe lidstaat zo evenwichtig mogelijk te laten plaatsvinden. De akte van toetreding van een nieuwe lidstaat is in essentie gebaseerd op het algemene beginsel dat de voorschriften van Unierecht onmiddelijk en volledig toepasselijk zijn in die staat. Afwijkingen zijn slechts toegestaan voor zover de overgangsbepalingen daarin uitdrukkelijk voorzien (C-420/07, Apostolides, punt 33; C-551/15, Pula Parking, punt 24).
Bij een toetreding wordt gebruik gemaakt van allerlei soorten overgangsmaatregelen. Voobeelden van zulke overgangsmaatregelen zijn onmiddellijke toepassing op bestaande situaties, tijdelijke afwijkende maatregelen, uitgestelde toepassing en zelfs terugwerkende kracht tot vóór de toetreding. De overgangsregels bij de toetreding van nieuwe lidstaten hebben op allerlei terreinen geleid tot veel rechtspraak van het EU-Hof.
Doorgaans wordt het vrij verkeer van werknemers uit een nieuwe lidstaat over een periode van zeven jaar fasegewijs ingevoerd om te voorkomen dat de arbeidsmarkten van de andere lidstaten verstoord worden (zie bijvoorbeeld Toetredingsakte 2003, Bijlage XII; C-307/09, Vicoplus; C-586/13, Martin Meat). Soms worden bovendien tijdelijke bijzondere beschermende maatregelen voor enkele lidstaten ingevoerd om de vrijheid van dienstverrichting te beperken (zie t.a.v. Duitsland en Oostenrijk de Toetredingsakte 2003, Bijlage XII, punt 13). In bepaalde gevallen kunnen beperkingen ook later worden ingevoerd. Na een aanvankelijke liberalisering werd in 2011 het vrij verkeer van Roemenen naar Spanje beperkt (zie hierover Besluit 2011/503/EU (ECER-bericht) en Besluit 2012/831/EU (ECER-bericht)).
De onderdanen van de nieuwe lidstaat, die in een andere lidstaat werkzaam zijn of zijn geweest, kunnen vanaf de eerste dag van de toetreding aanspraak maken op sociale zekerheidsuitkeringen en medische zorg op grond van de EU-coördinatieverordeningen. Daarbij worden de tijdvakken van verzekering en arbeid in de oude en/of nieuwe lidstaat, voorafgaand aan de toetreding, meegerekend voor het recht op uitkering na toetreding (artikel 87 Verordening 883/2004). Echter, destijds niet-verzekerde tijdvakken in een oude lidstaat kunnen niet met terugwerkende kracht als verzekerde tijdvakken worden aangemerkt door de toepassing van deze verordening na de toetreding van de nieuwe lidstaat (C-465/14, Wieland en Rothwangl).