De Europese Commissie maant Nederland aan omdat uit de Nederlandse wetgeving niet voldoende duidelijk blijkt bij welke rechter beroep kan worden ingesteld tegen besluiten of nalatigheden van nationale autoriteiten die binnen het toepassingsgebied van het Europese milieurecht vallen.
Nieuwsbericht | 14-02-2024
Het feit dat contractpartijen een forumkeuzebeding in hun overeenkomst hebben opgenomen ten gunste van de gerechten van een andere EU-lidstaat dan die waarin zij gevestigd zijn, toont op zichzelf aan dat het geding grensoverschrijdende gevolgen heeft, en de Brussel Ibis-verordening van toepassing kan zijn. Dit geldt zelfs wanneer die overeenkomst geen ander aanknopingspunt met die andere EU-lidstaat heeft. Dat is het antwoord van het EU-Hof op een vraag van een Tsjechische rechter.
Politiediensten mogen niet zonder enige beperking in de tijd tot het overlijden van de betrokkene de biometrische en genetische gegevens bewaren van eenieder die onherroepelijk is veroordeeld wegens een opzettelijk gepleegd strafbaar feit. Hoewel de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen een dergelijke algemene en ongedifferentieerde bewaring rechtvaardigen, moeten de nationale autoriteiten de verwerkingsverantwoordelijke de verplichting opleggen om periodiek na te gaan of het nog langer nodig is die gegevens te bewaren, en moeten zij de betrokkene het recht toekennen om die gegevens te doen wissen indien dat niet meer het geval is. Dat is de uitspraak van het EU-Hof naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Bulgaarse rechter.
Nieuwsbericht | 13-02-2024
Een meerderjarige, zwaar gehandicapte en volledig van haar ouders afhankelijke, zus van een alleenstaande minderjarige vluchteling heeft recht op een verblijfstitel, wanneer weigering daarvan ertoe zou leiden dat die vluchteling de facto zijn recht op gezinshereniging met zijn ouders zou worden ontnomen. Dat is het antwoord van het EU-Hof op vragen van een Oostenrijkse rechter.
Een arrest van het EU-Hof dat de kans aanzienlijk vergroot dat een asielzoeker in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus of voor subsidiaire bescherming vormt een rechtvaardiging om diens volgend verzoek inhoudelijk te behandelen en niet niet-ontvankelijk te verklaren. De EU-lidstaten kunnen hun rechterlijke instanties de bevoegdheid geven om zelf over een volgend verzoek te beslissen wanneer zij een beslissing waarbij dat verzoek onontvankelijk is verklaard nietig verklaren, en dit verzoek, indien van toepassing, toe te wijzen. Dat is het antwoord van het EU-Hof op vragen van een Duitse rechter.
De organisatoren van het burgerinitiatief vragen onder meer om de toegang tot medicinale cannabis te bevorderen en om middelen toe te wijzen voor onderzoek naar cannabis voor therapeutische doeleinden.
In de analyse wijst de Europese Rekenkamer (ERK) op verschillende uitdagingen. Er bestaan uiteenlopende definities van het begrip “stage” en het gebrek aan betrouwbare gegevens staat een empirisch onderbouwde beleidsvorming in de weg. De ERK stelt dat de aanbeveling van de Raad van 2014 over hoogwaardige stages niet consistent wordt toegepast in de lidstaten. Ook kunnen jongeren met verschillende sociale achtergronden verschillende kansen op een stageplaats hebben.
De EU-toolkit voor het platteland maakt EU-financiering open, toegankelijk en praktisch voor plattelandsgemeenschappen. Door gebruik te maken van de toolkit kunnen nieuwe middelen worden vrijgemaakt voor plattelandsgebieden en nieuwe kansen voor plattelandsgemeenschappen worden ontsloten.
Wanneer er redenen zijn om te vrezen dat cumulatie van staatssteun binnen één en dezelfde groep gevolgen zal hebben voor de mededinging, dient de Europese Commissie bijzonder zorgvuldig onderzoek te doen naar de banden tussen de vennootschappen die behoren tot die groep. Dat overweegt het EU-Gerecht in een beroepszaak die is aangespannen door Ryanair tegen een besluit van de Europese Commissie tot goedkeuring van verlening van staatssteun in het kader van de Covid-pandemie door Nederland aan KLM.
Nieuwsbericht | 12-02-2024
Reclameboodschappen voor radioprogramma's die worden uitgezonden op televisiezenders die tot hetzelfde concern behoren, zijn in beginsel geen boodschappen over de eigen programma's van die televisiezenders. Dit is niet het geval wanneer de programma's waarop deze reclameboodschappen betrekking hebben, losstaan van de hoofdactiviteit van het radiostation en de televisieomroep redactionele verantwoordelijkheid draagt voor deze programma's. Dat is de uitspraak van het EU-Hof naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Italiaanse rechter.
Toont 191 - 200 van 3.966 resultaten.