De verordening betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen is gericht op het voorkomen van de illegale handel in cultuurgoederen. Het vierde jaarlijkse voortgangsverslag over de verordening bestrijkt de periode van juli 2022 tot juni 2023.
Nieuwsbericht | 11-12-2023
De Europese Commissie heeft op 7 december 2023 een voorstel gepresenteerd voor de herziening van de huidige EU-regels voor het vervoer van dieren. De voorgestelde regels sluiten aan bij de meest recente wetenschappelijke inzichten en technologische ontwikkelingen. Daarnaast presenteerde de Commissie een voorstel voor een verordening inzake het welzijn en de traceerbaarheid van honden en katten. De voorgestelde verordening bevat regels voor het fokken en huisvesten van en het omgaan met honden en katten bij fokkers, in dierenwinkels en in dierenasielen.
In de Mededeling worden alle Europeanen opgeroepen om stelling te nemen tegen haat en zich uit te spreken voor tolerantie en respect. Ook bevat de Mededeling diverse maatregelen ter vermindering van het aantal haatzaaiende uitlatingen en haatmisdrijven in de EU.
Het gaat om een voorstel voor een verordening inzake een gemeenschappelijk gegevensplatform voor chemische stoffen, een voorstel voor een verordening om de samenwerking tussen EU-agentschappen op het terrein van chemische stoffen te verbeteren, en een voorstel voor een richtlijn tot wijziging van de taken van het EU-agentschap voor chemische stoffen.
De richtlijn consulaire bescherming uit 2015 bepaalt wanneer en hoe EU-burgers in een niet-EU-land het recht hebben om de bescherming van ambassades en consulaten van andere EU-landen te genieten indien hun eigen land niet vertegenwoordigd is. Het voorstel voor een wijziging van die richtlijn verduidelijkt onder meer wanneer een EU-burger als ‘niet-vertegenwoordigd’ moet worden beschouwd en dus recht heeft op consulaire bescherming van de consulaire instanties van andere EU-lidstaten.
Het jaarverslag over de toepassing van het EU-Handvest in 2023 is toegespitst op doeltreffende rechtsbescherming en toegang tot de rechter, omdat deze rechten van cruciaal belang zijn om de volledige toepassing van het EU-Handvest te waarborgen. Het jaarverslag over het EU-Handvest vormt een aanvulling op het jaarverslag over de rechtsstaat.
De Europese Commissie en de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) binnen de Europese Economische Ruimte (EER) (IJsland, Liechtenstein en Noorwegen) hebben begin december 2023 op het niveau van de onderhandelaars overeenstemming bereikt over het Financieel Mechanisme van de EER voor de periode 2021-2028.
Nieuwsbericht | 08-12-2023
Deze conclusie strookt met het doel van de in de EU-Verdragen neergelegde bevoegdheidsbeperking van de rechterlijke instanties van de EU op het terrein van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB). Die bevoegdheidsbeperking beoogt namelijk te voorkomen dat die rechterlijke instanties aan beleidsvorming doen op het gebied van het GBVB. Indien de rechterlijke instanties van de EU zouden kunnen kiezen tussen verschillende mogelijke betekenissen van een rechtsregel, dan beïnvloedt dit noodzakelijkerwijs de beleidskeuze van de opstellers van de rechtsregel. Dat is het advies van advocaat generaal Ćapeta aan het EU-Hof naar aanleiding van prejudiciële vragen van een Roemeense rechter.
De in de Staatsteunprocedureverordening vastgelegde verjaringstermijn voor het terugvorderen van steun heeft enkel betrekking op de bevoegdheden van de Commissie. Die verjaringstermijn kan noch direct, noch indirect en evenmin naar analogie worden toegepast op de procedure van onrechtmatige staatssteun door de bevoegde nationale (rechterlijke) instanties. Het verstrijken van die verjaringstermijn heeft ook niet tot gevolg dat onrechtmatige staatssteun met terugwerkende kracht wordt geregulariseerd wegens de enkele omstandigheid dat die steun ‘bestaande steun’ is geworden. Dat is het antwoord van het EU-Hof op prejudiciële vragen van een Tsjechische rechter.
Die uitlegging vloeit voort uit de constitutionele beginselen van de rechtsorde van de EU, vooral uit het beginsel van de rechtsstaat, dat het recht op effectieve rechtsbescherming en het beginsel van eerbiediging van de grondrechten op alle beleidsterreinen van de EU omvat. De constitutionele rol van de EU-rechters die uit deze beginselen voortvloeit, kan slechts bij wijze van uitzondering worden beperkt. Schending van de grondrechten mag geen politieke keuze zijn van de EU, en de rechterlijke instanties van de EU moeten bevoegd zijn om ervoor te zorgen dat besluiten op het terrein van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB) de door grondrechten opgelegde ‘rode lijnen’ niet overschrijden. Dat is het advies van advocaat-generaal Ćapeta aan het EU-Hof naar aanleiding van een hogere voorziening tegen een beschikking van het EU-Gerecht.
Toont 301 - 310 van 3.972 resultaten.