C-287/24 Ligue royale belge pour la protection des oiseaux
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 26 juni 2024 Schriftelijke opmerkingen: 12 augustus 2024
Trefwoorden: Landbouw; motiveringsplicht; evenredigheid
Onderwerp: - Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/484 van de Commissie van 23 maart 2022 tot vaststelling van de mogelijkheid om af te wijken van verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie wat betreft de uitvoering van bepaalde voorwaarden in verband met de vergroeningsbetaling voor het claimjaar 2022; - Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid: artikel 69; - Gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid: artikel 45.
Feiten: De Europese Commissie heeft na de invasie van Oekraïne door Rusland op 24 februari 2022 een uitvoeringsbesluit vastgesteld om het landbouwproductiepotentieel van de Unie te vergroten. Op grond van dit besluit kunnen landbouwers braak gelegd land weer in gebruik nemen. De regering van het Waalse Gewest heeft afwijkingen in de voorwaarden betreffende de uitvoering van de braaklegging voor het jaar 2022 vastgesteld in een besluit. Verzoekende partij is ‘Ligue royale belge pour la protection des oiseaux ASBL’. Zij stelt dat het besluit, waarin het in gebruik nemen van braakliggend land wordt aangemoedigd, schade toebrengt aan weidevogels en vordert daarom nietigverklaring van het besluit.
Overweging: Uitvoeringsbesluit 2022/484 is gebaseerd op artikel 69, lid 1, van verordening 1307/2013. Op grond van artikel 69, lid 1 is afwijking van de verordening slechts mogelijk ‘voor zover en zolang dat strikt noodzakelijk is’. De verwijzende rechter wil weten of het Uitvoeringsbesluit een geldige handeling is geweest van de Unie, of dat het strijd oplevert met onder andere de motiveringsplicht en de evenredigheid van de maatregelen.
Prejudiciële vraag: Is uitvoeringsbesluit (EU) 2022/484 van de Commissie van 23 maart 2022 tot vaststelling van de mogelijkheid om af te wijken van verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie wat betreft de uitvoering van bepaalde voorwaarden in verband met de vergroeningsbetaling voor het claimjaar 2022 in overeenstemming met artikel 69 van verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, juncto artikel 45 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot wijziging van bijlage X bij die verordening?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-188/92 TWD Textilwerke Deggendorf; C-151/17 Swedish Match; C-370/07 Commissie/Raad
Specifiek beleidsterrein: LNV; JenV