Definitieve vaststelling van verordening inzake vrijwillige en verplichte reductie van gasverbruik
Nieuwsbericht | 11-08-2022
Achtergrond
Nu Rusland de gastoevoer aanzienlijk heeft teruggeschroefd en de gaskraan mogelijk volledig dichtdraait, staat de EU voor een potentiële crisis op het gebied van de energievoorzieningszekerheid. De lidstaten moeten zich daar onmiddellijk op voorbereiden door gecoördineerd en solidair te werk te gaan. Hoewel het risico voor de voorzieningszekerheid niet in alle lidstaten even groot is, hebben zware verstoringen in bepaalde lidstaten gevolgen voor de economie van de EU als geheel.
De verordening vormt een aanvulling op reeds bestaande EU-initiatieven en -wetgeving om de gaslevering aan de burger veilig te stellen en de consument te beschermen tegen ernstige voorzieningsverstoringen, zoals Verordening 2017/1938 over de gasleveringszekerheid.
Zij bouwt voort op andere initiatieven om de veerkracht en gasleveringszekerheid van de EU te vergroten, zoals een verordening over gasopslag, de totstandbrenging van een Europees platform voor de aankoop van energie en de initiatieven van het RePowerEU-plan.
Inhoud van de verordening
De lidstaten moeten hun gasvraag tussen 1 augustus 2022 en 31 maart 2023 met 15 procent verlagen ten opzichte van hun gemiddelde gebruik van de afgelopen 5 jaar. Hoe ze dat doen, mogen ze zelf bepalen.
Hoewel alle lidstaten hun uiterste best zullen doen, nam de Raad ook een aantal vrijstellingen op in de verordening, evenals de mogelijkheid om een gedeeltelijke of in sommige gevallen volledige uitzondering te vragen op het verplichte reductiedoel.
Voorts willen de lidstaten de Raad een belangrijkere rol laten spelen bij het activeren van het "Unie-alarm". Het alarm zou op voorstel van de Commissie door de Raad worden geactiveerd met een uitvoeringsbesluit. De Commissie dient dat voorstel in bij een hoog risico op een ernstig gastekort of een uitzonderlijk hoge gasvraag, of op verzoek van minstens 5 lidstaten die op nationaal niveau een alarm hebben afgekondigd.
Bij het bepalen van de maatregelen om de vraag in te dammen, moet worden overwogen de voorkeur te geven aan alternatieven zonder gevolgen voor beschermde afnemers, zoals huishoudens, of voor diensten die essentieel zijn voor een goed functionerende samenleving, zoals kritieke entiteiten, de gezondheidszorg en defensie. Voorbeelden van maatregelen zijn een lager gasverbruik in de elektriciteitssector, het bevorderen van de overstap op andere brandstoffen in de industrie, nationale bewustmakingscampagnes en gerichte verplichtingen om verwarming en koeling te beperken.
De lidstaten zullen hun nationale noodplannen actualiseren met hun voorgenomen maatregelen om de gasvraag terug te dringen, en regelmatig bij de Commissie verslag uitbrengen over de uitvoering van hun plannen.
De verordening is een uitzonderlijke en buitengewone maatregel van voorbijgaande aard. De aanvankelijke geldigheidsduur is 1 jaar en uiterlijk in mei 2023 beoordeelt de Commissie op basis van de algemene situatie van de gasvoorziening in de EU of verlenging aan de orde is.
Meer informatie: