EU-Hof: de FIFA- en UEFA-regels over voorafgaande goedkeuring van interclubvoetbalcompetities zijn in strijd met het mededingingsrecht en de vrijheid van dienstverrichting
Nieuwsbericht | 09-01-2024
Het gaat om het arrest van 21 december 2023 in zaak C-333/21 (European Superleague Company).
Achtergrond De Fédération internationale de football association (FIFA) en de Union of European Football Associations (UEFA) zijn privaatrechtelijke verenigingen met hun zetel in Zwitserland. Hun doel is het promoten en bepalen van het kader voor voetbal op wereld- en Europees niveau. Zij hebben regels aangenomen die hun de bevoegdheid verlenen om interclubvoetbalcompetities in Europa goed te keuren en de verschillende mediarechten met betrekking tot deze competities te exploiteren.
Een groep van 12 Europese voetbalclubs (in Spanje, Italië en het Verenigd Koninkrijk) wilde via de Spaanse onderneming European Superleague Company een nieuw voetbalcompetitieproject opzetten: de Super League. De FIFA en de UEFA maakten bezwaar tegen het project en dreigden met sancties tegen clubs en spelers die zouden besluiten deel te nemen.
European Superleague Company heeft FIFA en UEFA voor de Spaanse handelsrechtbank gedaagd met het argument dat de regels van FIFA en UEFA inzake de goedkeuring van competities en de exploitatie van mediarechten in strijd zijn met het Unierecht. Omdat de Spaanse rechter hierover twijfels had, onder meer omdat de FIFA en de UEFA een monopolie op deze markt hebben, heeft hij het EU-Hof vragen gesteld.
EU-Hof Het EU-Hof merkt op dat de organisatie van interclubvoetbalcompetities en de exploitatie van de mediarechten overduidelijk economische activiteiten zijn. Zij moeten dus voldoen aan de mededingingsregels en de vrijheden van verkeer eerbiedigen, ook al heeft de economische uitoefening van sport bepaalde specifieke kenmerken, zoals het bestaan van bonden met bepaalde regelgevende en controlerende bevoegdheden en de bevoegdheid om sancties op te leggen. Het EU-Hof merkt ook op dat de FIFA en de UEFA, naast deze bevoegdheden, zelf voetbalcompetities organiseren.
Vervolgens stelt het EU-Hof vast dat wanneer een onderneming met een machtspositie de bevoegdheid heeft om de voorwaarden te bepalen waaronder potentieel concurrerende ondernemingen toegang tot de markt kunnen krijgen, deze bevoegdheid, gelet op het risico van belangenconflicten dat zij met zich brengt, moet worden onderworpen aan criteria die geschikt zijn om te verzekeren dat zij transparant, objectief, niet-discriminerend en evenredig zijn. Echter, de bevoegdheden van de FIFA en de UEFA zijn niet onderworpen aan dergelijke criteria. De FIFA en de UEFA maken dus misbruik van een machtspositie.
Bovendien moeten hun regels inzake goedkeuring, controle en sancties, gelet op het arbitraire karakter ervan, volgens het EU-Hof worden beschouwd als ongerechtvaardigde beperkingen van het vrij verrichten van diensten.
Dit betekent niet dat een competitie als het Super League-project ook noodzakelijkerwijs moet worden goedgekeurd. Het EU-Hof, dat in het algemeen is gevraagd naar de FIFA- en UEFA-regels, spreekt zich in dit arrest niet uit over dit specifieke project.
Tegelijkertijd merkt het EU-Hof op dat de FIFA- en UEFA-regels inzake de exploitatie van mediarechten de Europese voetbalclubs, alle ondernemingen die actief zijn op de mediamarkten en uiteindelijk de consumenten en televisiekijkers kunnen schaden, doordat zij hen beletten om te genieten van nieuwe en potentieel innoverende of interessante competities. Het staat echter aan de Spaanse handelsrechtbank om na te gaan of deze regels niettemin ten goede kunnen komen aan de verschillende actoren in het voetbal, bijvoorbeeld door te zorgen voor een solidaire herverdeling van de door deze rechten gegenereerde winsten.
Meer informatie: Persbericht Curia ECER-dossier: Mededinging ECER dossier: Diensten (vrij verkeer)