EU-Hof stelt vast welke rechter bevoegd is in een internationaal geschil over overeenkomst tot onlineverstrekking van software

Contentverzamelaar

EU-Hof stelt vast welke rechter bevoegd is in een internationaal geschil over overeenkomst tot onlineverstrekking van software

De plaats waar de afnemer toegang heeft tot de software is de ‘plaats van uitvoering’ van een overeenkomst tot onlineverstrekking van software. Het ter beschikking stellen van de software aan de betrokken afnemer vormt namelijk de kenmerkende verbintenis van die overeenkomst. De rechter van de plaats waar die verbintenis wordt uitgevoerd, is bevoegd in een internationaal geschil over een overeenkomst tot onlineverstrekking van software. Dat is het antwoord van het EU-Hof op een prejudiciële vraag van een Oostenrijkse rechter.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 28 november 2024 in de zaak C-526/23, VariusSystems

Achtergrond

Het gaat in deze zaak om een geding tussen VariusSystems, gevestigd in Oostenrijk, en GR, eigenaar van de in Duitsland gevestigde onderneming B & G, over een door VariusSystems ingediende vordering tot betaling van honoraria voor de ontwikkeling en exploitatie van software. Deze software werd ontwikkeld met het oog op het gebruik ervan in Duitsland.

De Oostenrijkse rechter, bij wie het geding aanhangig is, heeft aan het EU-Hof een prejudiciële vraag gesteld over zijn internationale bevoegdheid in het kader van de Brussel I bis-verordening. Die vraag richt zich op het begrip ‘plaats van uitvoering’ in de zin van artikel 7, lid 1, punt b), van de Brussel I bis-verordening. De Oostenrijkse rechter wil van het EU-Hof weten of voor de vaststelling van de plaats van uitvoering in geval van diensten op afstand, moet worden uitgegaan van de plaats waar de verlener van de betrokken dienst (in casu VariusSystems) het creatieve werk heeft verricht, dan wel door de plaats waar deze dienst is geleverd en waar de ontvanger ervan (in casu GR) er toegang toe heeft gekregen.

EU-Hof

Het EU-Hof oordeelt dat de plaats waar de afnemer toegang heeft tot de software de plaats van uitvoering van een overeenkomst tot onlineverstrekking van software is. Volgens het EU-Hof vormt het ter beschikking stellen van de software aan de betrokken afnemer namelijk de kenmerkende verbintenis van de overeenkomst. De rechter van de plaats waar die verbintenis wordt uitgevoerd, is bevoegd in een internationaal geschil over een overeenkomst tot onlineverstrekking van software. 

Het ontwerp en de programmering van software zijn volgens het EU-Hof geen kenmerkende verbintenissen van die overeenkomst. 

Meer informatie: