EU-Hof: zekerheid bij insolventie pakketreisorganisator geldt ook wanneer reiziger reisovereenkomst vóór de insolventie heeft geannuleerd wegens buitengewone omstandigheden

Contentverzamelaar

EU-Hof: zekerheid bij insolventie pakketreisorganisator geldt ook wanneer reiziger reisovereenkomst vóór de insolventie heeft geannuleerd wegens buitengewone omstandigheden

De aan een reiziger verleende zekerheid tegen insolventie van de pakketreisorganisator geldt ook wanneer een reiziger zijn pakketreis annuleert wegens buitengewone en onvermijdbare omstandigheden (zoals COVID-19) en de reisorganisator na die annulering insolvent wordt. Dat is de uitspraak van het EU-Hof naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Oostenrijkse en Belgische rechter.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 29 juli 2024 in de gevoegde zaken C-771/22 en C-45/23 ( HDI Global en MS Amlin Insurance).

Achtergrond
In 2020 hebben reizigers in Oostenrijk en België hun pakketreizen naar respectievelijk Gran Canaria en de Dominicaanse Republiek geannuleerd wegens de COVID-19-pandemie. Na het faillissement van hun reisorganisatoren hebben zij de verzekeraars van deze reisorganisatoren verzocht om terugbetaling van de betaalde bedragen.

De verzekeraars hebben deze terugbetalingen geweigerd omdat zij enkel het risico verzekeren dat de reis niet doorgaat ten gevolge van de insolventie van de organisator. In dit geval zijn de reizen echter niet doorgegaan omdat de reizigers de reis hadden geannuleerd. De reisorganisator is pas daarna insolvent geworden.

De Oostenrijkse en de Belgische rechter bij wie deze zaken aanhangig zijn, verzoeken het EU-Hof om uitleg van de richtlijn betreffende pakketreizen (Richtlijn (EU) 2015/2302). Deze richtlijn bepaalt dat de lidstaten ervoor zorgen dat de reisorganisatoren zekerheid stellen voor de terugbetaling van alle reeds door reizigers betaalde bedragen diensten die niet worden verricht als gevolg van de insolventie van deze organisatoren.

EU-Hof
Het EU-Hof antwoordt dat de aan de reiziger verleende zekerheid tegen insolventie van de pakketreisorganisator ook geldt wanneer een reiziger zijn pakketreis annuleert wegens buitengewone en onvermijdbare omstandigheden en de reisorganisator na die annulering insolvent wordt. Hiervoor is tevens vereist dat de reiziger vóór het intreden van die insolventie geen volledige terugbetaling heeft ontvangen van de reeds door hem betaalde bedragen waar hij recht op heeft.

Er is met betrekking tot deze zekerheid volgens het EU-Hof geen enkele reden om reizigers van wie de pakketreis niet kan doorgaan wegens de insolventie van de organisator anders te behandelen dan reizigers die hun pakketreis hebben geannuleerd wegens buitengewone en onvermijdbare omstandigheden.

Deze richtlijn bepaalt in het bijzonder dat de reiziger recht heeft op volledige terugbetaling van de betaalde bedragen in geval van beëindiging wegens buitengewone en onvermijdbare omstandigheden. Dit recht zou volgens het EU-Hof elk nuttig effect verliezen indien de tegen deze insolventie gestelde zekerheid de desbetreffende vorderingen tot terugbetaling niet zou dekken wanneer de insolventie van de reisorganisator intreedt na deze beëindiging.

Meer informatie:
Persbericht Curia
ECER-dossier: Consumenten