Europese Commissie presenteert het tweede verslag over het digitale decennium

Contentverzamelaar

Europese Commissie presenteert het tweede verslag over het digitale decennium

Het verslag geeft een uitgebreid overzicht van de vooruitgang die is geboekt bij het streven naar de verwezenlijking van de digitale doelstellingen en streefcijfers die voor 2030 zijn vastgesteld in het EU-beleidsprogramma voor het digitale decennium (DDPP).

De Europese Commissie presenteerde het tweede verslag over de staat van het digitale decennium 2024 op 2 juli 2024 (zie ook deze en deze webpagina van de Commissie). Naast het overzicht van de vooruitgang bij de digitale doelstellingen en streefcijfers voor 2030 uit het beleidsprogramma voor het digitale decennium (DDPP), gaat het verslag dit keer voor het eerst vergezeld van een analyse van de nationale strategische routekaarten voor het digitale decennium die de lidstaten hebben gepresenteerd. Daarin staat een gedetailleerde beschrijving van de geplande nationale maatregelen, acties en financiering om bij te dragen aan de digitale transformatie van de EU.

De lidstaten moeten hun nationale stappenplannen nu vóór 2 december 2024 herzien en aanpassen om deze in overeenstemming te brengen met de ambitie van het beleidsprogramma voor het digitale decennium. Zoals uiteengezet in het DDPP zal de Commissie de uitvoering van deze aanbevelingen monitoren en beoordelen en verslag uitbrengen over de geboekte vooruitgang in het volgende verslag over de staat van het digitale decennium, in 2025.

Uit de analyse in het verslag van de Commissie blijkt dat in het huidige scenario de collectieve inspanningen van de lidstaten achterblijven bij het ambitieniveau van de EU. De vastgestelde lacunes omvatten de behoefte aan extra investeringen op EU- en nationaal niveau, met name op het gebied van digitale vaardigheden, hoogwaardige connectiviteit, het gebruik van artificiële intelligentie (AI) en gegevensanalyse door ondernemingen, de productie van halfgeleiders en ecosystemen voor startups.

Zowel de EU als de lidstaten hebben een belangrijke rol bij de handhaving van het nieuwe rechtskader, maatregelen te nemen om de verspreiding van digitale technologieën te bevorderen en ervoor te zorgen dat haar burgers over adequate digitale vaardigheden beschikken om ten volle van de digitale transformatie te kunnen profiteren. Het verslag roept op tot krachtiger optreden van de lidstaten om ambitieuzer te zijn, aangezien de verwezenlijking van de doelstellingen van het digitale decennium op het gebied van digitale infrastructuur, bedrijven, vaardigheden en overheidsdiensten van cruciaal belang is voor de toekomstige economische welvaart en maatschappelijke cohesie van de EU.

De Commissie heeft in dat kader ook landspecifieke en horizontale aanbevelingen voor elke EU-lidstaat geactualiseerd om de vastgestelde lacunes aan te pakken (zie ook deze specifieke landenpagina’s op de website van de Commissie).

Digitale infrastructuur en rol van bedrijven
De invoering en ontwikkeling van innovatieve technologieën is in het huidige geopolitieke landschap en vanwege toenemende cyberdreiging van cruciaal belang voor het concurrentievermogen van Europa.

Het verslag benadrukt dat de EU de connectiviteitsdoelstellingen van het DDPP nog lang niet haalt. Glasvezelnetwerken, die van cruciaal belang zijn voor het leveren van gigabitconnectiviteit en het gebruik van geavanceerde technologieën zoals AI, cloud en het internet der dingen (IoT), bereiken slechts 64 procent van de huishoudens. 5G-netwerken van hoge kwaliteit bereiken slechts 50 procent van het grondgebied van de EU. De lidstaten en de Commissie moeten dan ook samenwerken om een werkelijk functionele digitale interne markt te bevorderen.

In 2023 lag het gebruik van AI, cloud en/of big data door Europese bedrijven ook ruim onder de doelstelling van het digitale decennium van 75 procent. Volgens de huidige trends zal tegen 2030 ook de doelstelling nog niet gehaald worden. Om de digitalisering van de bedrijfssector te verwezenlijken, is het van belang de invoering van innovatieve digitale instrumenten door kmo's (met name cloud en AI) te stimuleren en verdere particuliere investeringen in snelgroeiende startups te mobiliseren. Een andere uitdaging in de digitale transformatie van de EU is de beperkte verspreiding van digitale technologieën buiten grote steden. Om deze digitale kloof aan te pakken moet de samenwerking tussen Europese actoren op grensoverschrijdend en lokaal niveau worden bevorderd. Bijvoorbeeld via meerlandenprojecten, Europese digitale-innovatiehubs (EDIH's) en Europese consortia voor digitale infrastructuur (EDIC's).

Digitale vaardigheden en overheidsdiensten
Mensen centraal stellen in de digitale transformatie van samenleving en economie is een kernpunt in het digitale decennium en het eerste beginsel van de verklaring over digitale rechten en beginselen.

Momenteel zijn de doelstellingen inzake digitale vaardigheden van het digitale decennium nog lang niet gehaald. Slechts 55,6 procent van de EU-bevolking beschikt ten minste over digitale basisvaardigheden. Om de streefcijfers te halen, moeten de lidstaten een veelzijdige aanpak volgen om digitale vaardigheden op alle onderwijsniveaus te bevorderen en jongeren stimuleren om belangstelling te tonen voor disciplines op het gebied van wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (STEM).

De lidstaten boeken vooruitgang in de richting van de doelstelling om alle belangrijke openbare diensten en elektronische patiëntendossiers online toegankelijk te maken voor burgers en bedrijven en hun een veilige elektronische identificatie (eID) te bieden. Ondanks het ongelijke gebruik in de lidstaten is eID momenteel beschikbaar voor 93 procent van de EU-bevolking en zal de Europese portemonnee voor digitale identiteit naar verwachting het gebruik ervan stimuleren. In een scenario met ongewijzigd beleid blijft het lastig om tegen 2030 het doel van 100 procent digitale overheidsdiensten voor burgers en bedrijven te halen.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Digitalisering