Europese Commissie presenteert nieuwe EU-methode voor beoordeling van broeikasgasemissies
Nieuwsbericht | 14-07-2025
De Europese Commissie presenteerde de Gedelegeerde Verordening (EU) van de Commissie tot vaststelling van een methode voor de beoordeling van broeikasgasemissiereducties door koolstofarme brandstoffen en het bijbehorende Vragen en antwoorden overzicht op 8 juli 2025.
Na de aanname van de Gedelegeerde verordening door de Commissie op 8 juli, zal deze nu worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad, die twee maanden de tijd hebben om deze te onderzoeken en het voorstel te aanvaarden of te verwerpen. Op hun verzoek kan de controleperiode met twee maanden worden verlengd. Het Parlement en de Raad kunnen de voorstellen niet wijzigen.
Met het voorstel voor de gedelegeerde verordening komt de Commissie haar eerdere toezegging na om de ontwikkeling van een waterstofmarkt te ondersteunen door de invoering van een alomvattende broeikasgasemissiemethodologie voor koolstofarme waterstof en brandstoffen, zoals uiteengezet in de richtlijn betreffende de waterstof- en gasmarkt. De methode is een aanvulling op de bestaande methoden inzake hernieuwbare waterstof en hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong, waarmee het regelgevingskader van de EU voor waterstof wordt aangevuld.
Zoals benadrukt in de Clean Industrial Deal uit februari 2025 (zie dit ECER-bericht) zijn rechtszekerheid en samenhang van belang om investeringen te bevorderen en producenten in staat te stellen op te schalen, waardoor de groei van de sector uiteindelijk wordt versneld. Koolstofarme waterstof zal inspanningen ondersteunen om sectoren koolstofvrij te maken waar elektrificatie momenteel geen haalbare optie is, zoals de luchtvaart, de scheepvaart en bepaalde industriƫle processen. Dit initiatief zal bijdragen tot de verwezenlijking van de EU-doelstelling van klimaatneutraliteit voor 2050 en er tegelijk zorgen dat de Europese waterstofsector en de Europese industrie hun leidende rol en concurrentievermogen behouden.
Om als koolstofarme brandstoffen te worden beschouwd, moeten waterstof en aanverwante brandstoffen een broeikasgasemissiereductie van 70 procent bereiken ten opzichte van het gebruik van fossiele brandstoffen zonder emissiereductie. Dit betekent dat koolstofarme waterstof op verschillende manieren kan worden geproduceerd, bijvoorbeeld met behulp van aardgas met koolstofafvang, -gebruik en -opslag (CCUS) - een technologie die emissies van het productieproces van waterstof voorkomt - en uit koolstofarme elektriciteitsbronnen. De methodologie erkent de diversiteit van de energiemixen in de lidstaten en biedt een flexibel en pragmatisch kader. In de gedelegeerde verordening wordt niet het aandeel hernieuwbare energie vastgesteld dat in aanmerking kan worden genomen voor uit elektriciteit geproduceerde waterstof. Dat wordt nader uiteengezet in de richtlijn hernieuwbare energie, waarbij een jaarlijkse gemiddelde aanpak wordt gehanteerd. De Commissie geeft aan bereid te zijn dit aan te pakken bij de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie. Tegelijkertijd voert de Commissie haar inspanningen op om een pragmatische uitvoering van de methaanverordening te vergemakkelijken, met de nadruk op praktische oplossingen die eenvoudig zijn en die de doelstellingen van de aanpak van methaanemissies verwezenlijken.
De Europese Commissie zal in de toekomst het effect van de invoering van alternatieve trajecten op het energiesysteem en de emissiereductie beoordelen, evenals de noodzaak om een gelijk speelveld te handhaven met betrekking tot de aankoop van volledig hernieuwbare elektriciteit. In 2026 start de Commissie een openbare raadpleging over een ontwerpmethodologie voor het gebruik van stroomafnameovereenkomsten (PPA's) voor kernenergie, waardoor de productie van koolstofarme waterstof uit directe nucleaire bronnen duidelijker wordt.
Meer informatie: Persbericht Europese Commissie ECER-dossier: Klimaat en Milieu