Europese Commissie publiceert Mededeling over emissiereductiedoelstelling richting 2040

Contentverzamelaar

Europese Commissie publiceert Mededeling over emissiereductiedoelstelling richting 2040

De Mededeling beveelt een doelstelling aan van 90 procent emissiereductie voor 2040. De vaststelling van deze klimaatdoelstelling voor 2040 zal niet alleen economische voordelen leveren door lagere risico's op extreme weersomstandigheden en daarmee gepaard gaande verliezen, maar ook verschillende nevenvoordelen meebrengen, zoals een betere luchtkwaliteit, gezondheidsvoordelen, verminderde afhankelijkheid van ingevoerde fossiele brandstoffen en voordelen voor de biodiversiteit. Klimaatverandering veroorzaakt momenteel regelmatig extreme weersomstandigheden, die in toenemende mate leiden tot sociale gevolgen en economische schade. Uit de Mededeling blijkt dat economische verliezen veel groter zijn dan de kosten van klimaatactie.

De Europese Commissie publiceerde op 6 februari 2024 een gedetailleerde effectbeoordeling over mogelijke trajecten voor het bereiken van de overeengekomen doelstelling om de Europese Unie tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Op basis hiervan beveelt de Commissie in een eveneens op 6 februari gepubliceerde Mededeling over een aanbevolen emissiereductiedoelstelling voor 2040 (COM(2024) 63) aan om de nettobroeikasgasemissies tegen 2040 met 90 procent te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990, en om een discussie op gang te brengen met alle belanghebbenden. Ook publiceerde de Commissie een factsheet en Q&A. Zie voor meer informatie over klimaatdoelstelling voor 2040 ook de website van de Commissie.

Zoals de EU-klimaatwet vereist, zal de volgende Commissie na de Europese verkiezingen een wetgevingsvoorstel indienen over de emissiereductie , waarover vervolgens met het Europees Parlement en de lidstaten overeenstemming zal moeten worden bereikt.

Achtergrond
2023 kende een historisch hoge versnelling van de verstoring van het klimaat, waarbij de opwarming van de aarde boven het pre-industriële niveau uitkwam en de temperatuur van de oceanen en het verlies van ijs in de Antarctische Oceaan alle records braken. De luchttemperatuur is in Europa nog sterker gestegen. Bosbranden, overstromingen, droogte en hittegolven zullen naar verwachting toenemen, en het verminderen van emissies en het versterken van de aanpassingsmaatregelen zijn de enige manier om de ergste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen en levens, de volksgezondheid, de economie en ecosystemen te beschermen.

De Europese klimaatwet , die in juli 2021 van kracht is geworden, legt juridisch de toezegging van de EU vast om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken en de tussentijdse doelstelling om de nettobroeikasgasemissies tegen 2030 met ten minste 55 procent te verlagen in vergelijking met 1990. De EU heeft sindsdien het “Fit for 55 ”-wetgevingspakket aangenomen (zie ook dit ECER-bericht), waarmee de doelstellingen voor 2030 kunnen worden gehaald. De klimaatwet verplicht de Europese Commissie ook om binnen zes maanden na de eerste algemene inventarisatie van de Overeenkomst van Parijs, die in december 2023 plaatsvond (zie ook dit persbericht van de Commissie), een klimaatdoelstelling voor 2040 voor te stellen. Zodra de klimaatdoelstelling voor 2040 tijdens de ambtsperiode van de volgende Commissie is vastgesteld, zal die de basis vormen voor de nieuwe nationaal bepaalde bijdrage van de EU in het kader van de Overeenkomst van Parijs, die in 2025 aan het UNFCCC moet worden meegedeeld.

De mededeling emissiereductie
De mededeling bevat een aantal faciliterende beleidsvoorwaarden die nodig zijn om de 90 procent-doelstelling te halen . Het gaat onder meer om de volledige uitvoering van het overeengekomen kader voor 2030 waarbij het concurrentievermogen van de Europese industrie wordt gewaarborgd, meer aandacht is voor een eerlijke transitie, een gelijk speelveld met internationale partners en een strategische dialoog wordt gehouden, onder andere met de industrie en de landbouwsector, inzake het kader na 2030. Uit de resultaten van de COP28 eind 2023 in Dubai blijkt dat de rest van de wereld dezelfde koers volgt. De EU heeft het voortouw genomen op het gebied van internationale klimaatactie en moet op koers blijven, en daarbij kansen creëren voor de Europese industrie om te floreren op nieuwe mondiale markten voor schone technologie.

Voorspelbaarheid en duurzaamheid
De vaststelling van een klimaatdoelstelling voor 2040 zal de Europese industrie, investeerders, burgers en regeringen helpen om in dit decennium besluiten te nemen die de EU op koers houden bij het realiseren van haar doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050. Het geeft signalen over de wijze waarop doeltreffend kan worden geïnvesteerd en gepland voor de langere termijn . Daarmee kan vorm worden gegeven aan een welvarende, concurrerende en eerlijke samenleving, kunnen de industrie en de energiesystemen van de EU koolstofvrij worden gemaakt en kan worden gezorgd dat Europa een belangrijke bestemming voor investeringen is, met stabiele en toekomstbestendige banen.

Ook wordt de veerkracht van Europa tegen toekomstige crises vergroot en zal met name de afhankelijkheid van de EU van de invoer van fossiele brandstoffen verminderen. De kosten en de gevolgen voor de mens van klimaatverandering worden steeds groter en zichtbaarder . Voor de afgelopen vijf jaar alleen al wordt volgens de effectbeoordeling de klimaatgerelateerde economische schade in Europa geraamd op 170 miljard euro.

Voorwaarden om de aanbevolen doelstelling te bereiken
Om tegen 2040 de emissies met 90 procent te verminderen, moeten een aantal faciliterende voorwaarden zijn vervuld. Het uitgangspunt is de volledige uitvoering van de bestaande wetgeving om de emissies tegen 2030 met ten minste 55 procent te verminderen. De lopende actualisering van de ontwerpen van nationale energie- en klimaatplannen is een essentieel element voor het monitoren van de vooruitgang. De Commissie werkt met de lidstaten, de industrie en de sociale partners samen om de nodige maatregelen te faciliteren.

De Europese Green Deal moet nu een pact voor industriële decarbonisatie worden , dat voortbouwt op bestaande sterke punten van de industrie, zoals windenergie, waterkracht en elektrolyse-installaties, en de eigen productiecapaciteit in groeisectoren zoals batterijen, elektrische voertuigen, warmtepompen, zonnepanelen, CCU/CCS, biogas en biomethaan blijft vergroten en de circulaire economie bevordert. Koolstofbeprijzing en toegang tot financiering zijn ook van cruciaal belang voor de verwezenlijking van de emissiereductiedoelstellingen door de Europese industrie. De Commissie zal een speciale taskforce oprichten om een totaalaanpak van koolstofbeprijzing en de koolstofmarkten te ontwikkelen. Om de economie zowel duurzaam als concurrerend te maken, zal Europa ook de juiste mix van particuliere en publieke investeringen moeten mobiliseren. In de komende jaren zal, in nauwe samenwerking met de lidstaten, een Europese aanpak van de financiering nodig zijn.

Rechtvaardigheid, solidariteit en sociaal beleid moeten bij de transitie centraal blijven staan. Klimaatactie moet iedereen in de samenleving ten goede komen, en het klimaatbeleid moet rekening houden met degenen die het kwetsbaarst zijn of voor de grootste uitdagingen staan om zich aan te passen. Het Sociaal Klimaatfonds en het Fonds voor een rechtvaardige transitie zijn voorbeelden van beleid dat burgers, regio's, bedrijven en werknemers al helpt.

Een open dialoog met alle belanghebbenden is cruciaal om de schone transitie te verwezenlijken. De Commissie heeft al formele dialogen met belanghebbenden uit de industrie en de landbouw opgezet, en het politieke debat in Europa de komende maanden is een belangrijke kans om de betrokkenheid van het publiek te waarborgen. De gestructureerde dialoog met de sociale partners moet worden versterkt om te waarborgen dat zij daaraan bijdragen, en bijzondere aandacht moet uitgaan naar werkgelegenheid, mobiliteit, kwaliteit van banen en investeringen in om- en bijscholing. De lopende contacten zullen de volgende Commissie helpen wetgevingsvoorstellen in te dienen voor het beleidskader voor de periode na 2030. Het tempo van de decarbonisatie hangt af van de beschikbaarheid van technologieën voor koolstofvrije oplossingen en van een efficiënt gebruik van hulpbronnen in een circulaire economie.

Verwachting is dat de energiesector kort na 2040 volledig koolstofvrij zal worden , op basis van koolstofvrije en koolstofarme energieoplossingen, waaronder hernieuwbare energiebronnen, kernenergie, energie-efficiëntie, opslag, CCS, CCU, koolstofverwijderingen, geothermische energie en waterkracht. Een belangrijk voordeel van deze inspanningen is een geringere afhankelijkheid van fossiele brandstoffen dankzij een daling van het aandeel ervan in het energieverbruik met 80 procent tussen 2021 en 2040. Het beleidskader voor de periode na 2030 is een gelegenheid om deze beleidsvormen verder te ontwikkelen en aan te vullen met sociaal en industriebeleid zodat kan worden afgestapt van fossiele brandstoffen.

De vervoerssector zal naar verwachting koolstofvrij worden door een combinatie van technologische oplossingen en koolstofbeprijzing . O ok de landbouwsector kan een rol spelen in de transitie en tegelijkertijd zorgen voor voldoende voedselproductie in Europa, voor een billijk inkomen en kan andere essentiële diensten verlenen, zoals het vergroten van het vermogen van bodems en bossen om meer koolstof op te slaan. Een dialoog met alle takken van de levensmiddelenindustrie is van cruciaal belang voor succes en voor de ontwikkeling van duurzame praktijken en bedrijfsmodellen.

De EU zal de juiste randvoorwaarden blijven ontwikkelen om investeringen en productie aan te trekken . Een succesvolle klimaattransitie moet hand in hand gaan met een versterkt industrieel concurrentievermogen, met name in de sector van schone technologieën . Een toekomstig faciliterend kader voor het koolstofvrij maken van de industrie moet voortbouwen op het bestaande industrieel plan voor de Europese Green Deal. Overheidsinvesteringen moeten doelgericht zijn, met een juiste mix van subsidies, leningen, participaties in kapitaal, garanties, adviesdiensten en andere overheidssteun. Koolstofbeprijzing moet een belangrijke rol blijven spelen bij het stimuleren van investeringen in schone technologieën en het genereren van inkomsten die kunnen worden besteed aan klimaatmaatregelen en sociale steun voor de transitie.

Om de aanbevolen doelstelling van 90 procent te halen, zullen zowel emissiereducties als koolstofverwijderingen nodig zijn. Hiervoor zullen technologieën voor koolstofafvang en -opslag moeten worden ingezet, en zal afgevangen koolstof moeten worden gebruikt in de industrie. De eveneens op 6 februari 2024 gepubliceerde EU-strategie voor het beheer van industriële koolstof (COM(2024) 62) zal de ontwikkeling van CO2-toeleveringsketens en de vereiste CO2-vervoersinfrastructuur ondersteunen. Koolstofafvang moet gericht zijn op de moeilijkste sectoren waar alternatieven economisch minder levensvatbaar zijn. Ook koolstofverwijdering zal nodig zijn om na 2050 tot negatieve emissies te komen.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Klimaat en Milieu