Europese Commissie start raadpleging over herziene richtlijn inzake de instelling van een Europese Ondernemingsraad
Nieuwsbericht | 13-04-2023
Het gaat over een mogelijke herziening van de bestaande richtlijn inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad (EOR) (Richtlijn 2009/38/EG). Het raadplegingsdocument voor deze eerste fase van consultatie is beschikbaar via de website van de Europese Commissie. De raadpleging van de Europese sociale partners volgt op de initiatiefresolutie van wetgevende aard van het Europees Parlement van februari 2023, waarin werd opgeroepen tot een herziening van de richtlijn. De raadpleging zal zes weken duren. De Europese Commissie verzoekt de Europese sociale partners uit hoofde van artikel 154, lid 2, EU-Werkingsverdrag om hun standpunten te kennen te geven. Die bepaling voorziet in een raadpleging van de Europese sociale partners in twee fasen als het gaat om voorstellen op het gebied van sociaal beleid op grond van artikel 153 EU-Werkingsverdrag. De sociale partners kunnen besluiten om na de eerste of de tweede fase van de raadpleging onderling te onderhandelen. Achtergrond Europese ondernemingsraden (EOR's) bevorderen de ontwikkeling van gedeeld inzicht in transnationale uitdagingen waarmee grote multinationale ondernemingen worden geconfronteerd en de betrokkenheid van werknemers bij het besluitvormingsproces. De bedoeling is van gedachten te wisselen over mogelijke oplossingen, de uitvoering ervan te vergemakkelijken en de impact van strategische keuzes van de werkgever te vergroten. De richtlijn inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad voorziet in een procedure voor de oprichting van informatie- en raadplegingsorganen tussen het bestuur en de werknemersvertegenwoordigers in ondernemingen met meer dan duizend werknemers die in ten minste twee lidstaten actief zijn.
Beginsel 8 van de Europese pijler van sociale rechten benadrukt het belang van de sociale dialoog en de betrokkenheid van werknemers. EOR's zijn een belangrijk instrument om werknemers te betrekken bij transnationale beslissingen van multinationale ondernemingen die hen aangaan. Zij worden opgericht op verzoek van de werknemers en kunnen het bestuur niet-bindende adviezen geven over relevante transnationale aangelegenheden.
De richtlijn inzake de instelling van een EOR verplicht lidstaten om passende administratieve en gerechtelijke procedures in te voeren voor de oprichting en het functioneren van EOR's. Elk jaar worden ongeveer 20 nieuwe EOR’s opgericht. Ongeveer duizend ondernemingen hebben actieve EOR’s.
Herziening van de richtlijn inzake de instelling van een EOR Uit een eerdere evaluatie van de richtlijn door de Commissie in 2018 is gebleken dat EOR's relevant blijven om een transnationale sociale dialoog in multinationale ondernemingen te verzekeren en te organiseren en de lidstaten de flexibiliteit te bieden om deze aan hun nationale stelsels aan te passen. Bij de evaluatie werden echter ook tekortkomingen vastgesteld, bijvoorbeeld met betrekking tot het raadplegingsproces van de EOR's en de middelen voor vertegenwoordigers om hun rechten te doen gelden. Het Europees Parlement heeft de Commissie ook verzocht de richtlijn te herzien om de EOR's en hun capaciteit om te functioneren te versterken en het aantal EOR's te vergroten, rekening houdend met de verschillende stelsels van arbeidsverhoudingen in de lidstaten.
Meer informatie: Persbericht Europese Commissie ECER-dossier: Arbeidsrecht