Europese Unie en Verenigd Koninkrijk sluiten akkoord over visvangst vanaf 2023

Contentverzamelaar

Europese Unie en Verenigd Koninkrijk sluiten akkoord over visvangst vanaf 2023

Het akkoord tussen de EU met het Verenigd Koninkrijk ziet op de vangstmogelijkheden voor 2023 voor visbestanden die de EU met het VK deelt in de noordoostelijke Atlantische Oceaan.

Visbestanden die in de wateren van beide partijen aanwezig zijn en gezamenlijk worden beheerd, worden dankzij het op 20 december 2022 gesloten akkoord duurzaam beheerd. Daarnaast biedt het akkoord stabiliteit en voorspelbaarheid voor vloten en exploitanten. Ruim 74 visbestanden vallen onder het akkoord, dat de EU-vloot verzekert van meer dan 350.000 ton aan vangstmogelijkheden, goed voor naar schatting 1 miljard euro.

De Raad zal nu de in het akkoord overeengekomen vangstbeperkingen opnemen in de verordening inzake de vangstmogelijkheden voor 2023, waarover de visserijministers van de EU eind 2022 politieke overeenstemming bereikten de Raad. In de loop van 2023 volgt nog overleg tussen de partijen over drie andere gezamenlijk beheerde visbestanden waarvoor wetenschappelijk advies in de loop van 2023 beschikbaar komt: sprot uit de Noordzee, sprot uit het Kanaal, en zandspiering uit de Noordzee (alle visgronden).

Achtergrond
Met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU (zie ook ECER-dossier over de Brexit) worden de meeste bestanden in de EU-wateren van de noordoostelijke Atlantische Oceaan nu gedeeld met derde landen, in het bijzonder het VK.

In de handels- en samenwerkingsovereenkomst van april 2021 is bepaald welke bestanden de partijen samen zullen beheren. Het EU en het VK plegen daarom jaarlijks overleg om vast te leggen hoeveel vis er mag worden gevangen. Die overeenkomst stipuleert hoe de vangstmogelijkheden op deze bestanden zijn verdeeld en biedt de vloten wederzijdse toegang tot elkaars wateren. Ook voorziet de handels- en samenwerkingsovereenkomst in wederzijdse toegang tot quotavrije bestanden op historische visserijniveaus.

Het akkoord van december 2022 met het Verenigd Koninkrijk volgt op het recente akkoord met de kuststaten in de noordoostelijke Atlantische Oceaan over vangstbeperkingen voor makreel, blauwe wijting en Atlantisch-Scandinavische haring voor 2023, maar ook op de trilaterale afspraken tussen de EU, het VK en Noorwegen over zes belangrijke visbestanden die zij met elkaar delen in de Noordzee. Ook plegen de EU en Noorwegen op dit moment onderling overleg.

Het gesloten akkoord
Het akkoord is het resultaat van het derde jaarlijkse overleg over vangstmogelijkheden tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk in het kader van de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK. Het schriftelijk verslag van het overleg is hier in te zien.

Het akkoord heeft betrekking op alle bestanden die de partijen in hun wateren met elkaar delen en samen beheren, en maakt duidelijk hoeveel vis van de gedeelde bestanden mag worden gevangen in 2023. Met het akkoord mogen beide partijen ook in elkaars wateren vissen op witte tonijn.

Het akkoord is gebaseerd op het beste beschikbare wetenschappelijke advies over de toestand van de visbestanden, uitgebracht door de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee. Aandacht gaat uit naar belangrijke duurzaamheids- en beheersbeginselen, zoals de maximale duurzame opbrengst (MDO) en de voorzorgsbenadering, die centraal staan in het gemeenschappelijk visserijbeleid van de EU en in het hoofdstuk over visserij van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

Daarnaast hebben de partijen afspraken gemaakt over verschillende concrete werkpunten om het duurzame beheer van gedeelde visbestanden in de loop van volgend jaar te verbeteren in de context van het Gespecialiseerd Comité EU-VK voor de visserij. De verbeteringen omvatten onder meer een herziening van de technische maatregelen voor de bescherming van kwetsbare bestanden over zeebekkens heen.

Meer informatie
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Visserij