Herziene richtlijn milieucriminaliteit definitief vastgesteld

Contentverzamelaar

Herziene richtlijn milieucriminaliteit definitief vastgesteld

In het EU-Publicatieblad is op 30 april 2024 de herziene richtlijn over de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht verschenen. De richtlijn bevat minimumregels voor de definitie van strafbare feiten en sancties, en is enkel van toepassing op strafbare feiten die binnen de EU zijn gepleegd. De lidstaten kunnen er echter voor kiezen hun rechtsmacht uit te breiden tot strafbare feiten die buiten hun grondgebied zijn gepleegd.

Achtergrond

De vaststelling van de richtlijn milieucriminaliteit in 2008 was een belangrijke stap in de erkenning van de rol van het strafrecht bij een doeltreffende bescherming van het milieu. Dankzij die richtlijn worden een reeks onderling overeengekomen ernstige milieudelicten in alle lidstaten van de EU als misdrijven beschouwd. In een evaluatieverslag van die richtlijn wees de Commissie echter op aanzienlijke beperkingen en tekortkomingen van die richtlijn. Uit de evaluatie bleek bijvoorbeeld dat de sancties sterk verschillen van lidstaat tot lidstaat.

In die context presenteerde de Europese Commissie op 15 december 2021 een voorstel tot herziening van de richtlijn milieucriminaliteit (zie het ECER-bericht over het voorstel). Na onderhandelingen over het voorstel hebben de Raad en het Europees Parlement de richtlijn aangenomen, en is de richtlijn op 30 april 2024 in het EU-Publicatieblad verschenen (Richtlijn (EU) 2024/1203). De richtlijn treedt op 20 mei 2024 in werking en moet uiterlijk op 21 mei 2026 door de lidstaten zijn omgezet in hun nationale recht.

Belangrijkste elementen van de richtlijn

Uitgebreide lijst van strafbare feiten

Het aantal strafbare feiten neemt toe van 9 tot 20 (zie artikel 3, lid 2, van richtlijn 2024/1203 voor een overzicht van de strafbare feiten). Nieuwe strafbare feiten zijn onder meer de handel in hout, de illegale recycling van vervuilende onderdelen van schepen en ernstige inbreuken op de wetgeving inzake chemische stoffen.

De herziene richtlijn bevat ook een bepaling inzake gekwalificeerde misdrijven, die van toepassing is wanneer een in de richtlijn genoemd strafbaar feit opzettelijk wordt gepleegd en dit vernietiging of onomkeerbare of langdurige schade aan het milieu veroorzaakt (zie artikel 3, lid 3, van richtlijn 2024/1203).

Straffen en sancties

Voor opzettelijke misdrijven die de dood van een persoon veroorzaken, komt er een maximale gevangenisstraf van minstens 10 jaar. Op andere misdrijven komt een maximale straf van 5 jaar opsluiting te staan. De maximale gevangenisstraf voor gekwalificeerde misdrijven zal ten minste 8 jaar bedragen (artikel 5, lid 2, van richtlijn 2024/1203).

Als het gaat om ondernemingen geldt voor de ernstigste misdrijven een maximumboete van minstens 5 procent van de totale wereldwijde omzet, dan wel € 40 miljoen. Voor alle andere misdrijven bedraagt de maximumboete minstens 3 procent van de omzet, dan wel € 24 miljoen (artikel 7, lid 3, van richtlijn 2024/1203).

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat natuurlijke personen en bedrijven kunnen worden bestraft met aanvullende maatregelen (zie artikel 5, lid 3 en artikel 7, lid 2, van richtlijn 2024/1203). Daders kunnen dan bijvoorbeeld worden verplicht om het milieu te herstellen of de schade te vergoeden, de toegang tot overheidsfinanciering kan hen worden ontzegd, of hun vergunningen kunnen worden ingetrokken

Meer informatie: