Intrekking verblijfsvergunning ook mogelijk als gezinslid niets wist van fraude van vader?

Contentverzamelaar

Intrekking verblijfsvergunning ook mogelijk als gezinslid niets wist van fraude van vader?

Staat het EU-recht toe dat de verblijfsvergunning van een gezinslid wordt ingetrokken als dat gezinslid niet wist dat de vader zijn verblijfsvergunning heeft verkregen op basis van valse gegevens? Deze vraag heeft de Raad van State gesteld aan het EU-Hof.

In deze zaak gaat het om een vader aan wie in Nederland een verblijfsvergunning, eerst voor bepaalde tijd, maar later ook voor onbepaalde tijd, was verstrekt, omdat hij als manager werkzaam zou zijn in een BV. Aan zijn vrouw en zoon zijn voorts, in het kader van gezinshereniging, ook verblijfsvergunningen verleend op grond van zowel de EU-Gezinsherenigingsrichtlijn als de EU-Richtlijn betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen.

Het werd pas later duidelijk dat het dienstverband van de vader met de BV een schijnconstructie was om verblijfsrecht in Nederland te verkrijgen. De BV heeft namelijk nooit reƫle bedrijfsactiviteiten uitgevoerd. Daarom heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie besloten de verblijfsvergunningen van het gehele gezin met terugwerkende kracht in te trekken. De staatssecretaris heeft het daarbij niet van belang geacht of de vrouw en zoon ook daadwerkelijk op de hoogte waren van de frauduleuze constructie.

De vraag is of de verblijfsvergunningen van de vrouw en de zoon mochten worden ingetrokken, omdat niet achterhaald kan worden of de vrouw en zoon wisten van de fraude van de vader en dus bewust onjuiste informatie hebben gegeven. Uit de relevante bepalingen van de Gezinsherenigingsrichtlijn en de Richtlijn betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen kan ook niet afgeleid worden of dit daadwerkelijk een voorwaarde is voor intrekking van de vergunningen. Voorts bestaat ook geen rechtspraak van het EU-Hof op dit gebied. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State vond het daarom nodig hierover prejudiciƫle vragen te stellen aan het EU-Hof.

In afwachting van de uitspraak van het EU-Hof  heeft de Raad van State de behandeling van de zaak geschorst. Als het EU-Hof de vragen heeft beantwoord, zal de definitieve uitspraak van de Raad van State volgen.

Meer info: