Nederland op vierde plaats in het Innovatie scorebord 2024

Contentverzamelaar

Nederland op vierde plaats in het Innovatie scorebord 2024

Volgens het Europees innovatiescorebord blijven de innovatieprestaties van de Europese Unie gestaag verbeteren. Het scorebord biedt een vergelijkende beoordeling van de innovatieprestaties van de EU-lidstaten, naburige Europese landen en bepaalde mondiale concurrenten.

Volgens de editie 2024 van het Europees innovatiescorebord (EIS), die op 8 juli 2024 werd gepubliceerd, hebben de meeste EU-lidstaten hun innovatieprestaties wel gestimuleerd, maar de toename verschilt onderling sterk van elkaar. Tegelijk met publicatie van het scorebord werd ook een samenvatting en een Q&A gepubliceerd. Ook zijn onder meer gegevens in de EIS 2024 - Database EU-landen en buurlanden en de EIS 2024 - Database EU en concurrenten wereldwijd beschikbaar.

Achtergrond
Het Europees innovatiescorebord (EIS) is een jaarlijkse publicatie van de Europese Commissie met een vergelijkende beoordeling van de innovatieprestaties van de EU-lidstaten, naburige Europese landen en bepaalde mondiale concurrenten. Het EIS is gebaseerd op 32 indicatoren die betrekking hebben op economie, bedrijfsleven en ondernemerschap, innovatieprofielen, governance en beleidskader, klimaatverandering en demografie.

Het EIS 2024 bestrijkt alle EU-lidstaten, 12 naburige Europese landen (waaronder Moldavië) en 11 mondiale concurrenten. In het EIS 2024 worden de lidstaten ingedeeld in vier innovatiegroepen op basis van hun scores:

  • Innovatieleiders (prestaties liggen boven 125 procent van het EU-gemiddelde);
  • Sterke innovatoren (tussen 100 en 125 procent van het EU-gemiddelde),
  • Gematigde innovatoren (tussen 70 en 100 procent van het EU-gemiddelde) en
  • Opkomende innovatoren (minder dan 70 procent van het EU-gemiddelde).

Het scorebord is bedoeld om beleidsmakers, onderzoekers en belanghebbenden te ondersteunen bij het begrijpen van het innovatielandschap, het vinden van sterke en zwakke punten en het formuleren van empirisch onderbouwd beleid om innovatie in heel Europa te bevorderen.

Het EIS 2024 gaat vergezeld van een interactief instrument dat op maat gemaakte vergelijkingen biedt om landenprofielen te visualiseren en de relatieve sterke en zwakke punten en trends onder de aandacht te brengen en correlaties tussen indicatoren te onderzoeken.

De nieuwe Europese innovatieagenda, die in 2022 van start is gegaan, is van groot belang om de innovatiekloof te dichten door de ontwikkeling van geavanceerde technologieën te versnellen en een dynamische omgeving voor start-ups en gevestigde bedrijven in Europa te bevorderen. Er zijn aanzienlijke inspanningen geleverd om initiatieven in het kader van de kernprioriteiten van de agenda uit te voeren. Denk aan de tenuitvoerlegging van nieuwe richtlijnen in de financiële sector, de invoering van nieuwe mechanismen en fondsen om durfkapitaal aan te moedigen, en het bieden van opleidingsmogelijkheden voor deeptech-talent.

Belangrijkste uitkomsten scorebord 2024
Tussen 2023 en 2024 zijn de nationale innovatieprestaties voor 15 lidstaten gestegen, terwijl zij voor een andere groep van 11 lidstaten zijn gedaald. Kroatië is stabiel gebleven. In vergelijking met de vorige editie van het scorebord:

  • Blijft Denemarken het meest innovatieve EU-land, gevolgd door Zweden. Nederland neemt de vierde plaats in.
  • Twee landen behoren in 2024 tot een andere prestatiegroep dan voorheen. Estland werd een sterke innovator na een gestage groei sinds 2017. België, dat in 2023 een innovatieleider was, verhuisde naar de categorie „Strong Innovators”, hoewel het zijn vijfde plaats in de algemene rangschikking handhaafde.

Het blijkt dat het internationale landschap verandert. Zwitserland is het meest innovatieve Europese land en Zuid-Korea blijft in 2024 de meest innovatieve concurrent ter wereld, terwijl China Japan heeft overtroffen.

Mondiaal bezien houdt de EU een solide positie en toont zij sterke prestaties in de meeste indicatoren, onder meer bij kmo's die product- en procesinnovaties en milieugerelateerde technologieën introduceren. De EU kent nog steeds uitdagingen in vergelijking met haar belangrijkste mondiale concurrenten op gebieden als intellectuele activa, samenwerking tussen innovatieve kmo's en O&O (onderzoek en ontwikkeling)-uitgaven in het bedrijfsleven.

Uit het scorebord blijkt dat innovatieleiders beschikken over onderzoekssystemen en sterk gedigitaliseerd zijn. Sterke innovatoren tonen sterke punten in hun innovatie-ecosystemen (product- en bedrijfsinnovaties). Onder de gematigde innovatoren is er een reeks positieve trends, met name de ontwikkeling van samenwerking op het gebied van onderzoek. Opkomende innovatoren tonen over het algemeen positief wat de innovatieprestaties betreft, maar blijven nog steeds achter.

Hoewel de prestatieverschillen tussen de sterke innovatoren en gematigde innovatoren tussen 2017 en 2024 licht zijn gedaald, werden zij meer uitgesproken onder de innovatieleiders en opkomende innovatoren. Er zijn ook aanhoudende geografische verschillen in innovatieprestaties: innovatieleiders en de meeste sterke innovatoren bevinden zich voornamelijk in Noord- en West-Europa en veel van de gematigde en opkomende innovatoren in Zuid- en Oost-Europa.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Onderzoek en technologie