Presentatie van het jaarverslag van het EU-Hof bij de Raad van State
Nieuwsbericht | 27-05-2016
Uit het jaarverslag blijkt er door de Nederlandse rechter in 2015 40 keer een prejudiciële vraag is gesteld aan het EU-Hof over de uitleg van EU recht. Van de Nederlandse verwijzingen waren 18 verwijzingen afkomstig van de Hoge Raad, 6 van de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State, 3 van het College voor Beroep en Bedrijfsleven, 3 van de Centrale Raad van Beroep, 2 van het Gerechtshof Amsterdam en 6 prejudiciële verwijzingen van de rechtbanken. Dit maakt Nederland tot één van de meest verwijzende lidstaten – na Duitsland en Italië. De gemiddelde termijn voor de beantwoording van een prejudiciële vraag was in 2015 15,3 maanden (voor spoedprocedures 1,7 maanden) en voor rechtstreekse beroepen bij het EU-Hof was de gemiddelde procestermijn 17,6 maanden. Na de presentatie vond een panelgesprek plaats met referenten uit de Nederlandse rechtspraak over de samenwerking tussen de nationale en de Europese rechters.
Lees het jaarverslag hier.