Staat van de Unie 2016 – Voorzitterschapseditie

Contentverzamelaar

Staat van de Unie 2016 – Voorzitterschapseditie

In een bijzondere editie van de Staat van de Unie gaat het kabinet in op de uitdagingen waarvoor de EU zich gesteld ziet. Er wordt expliciet naar Nederland gekeken voor verbinding, voor stuurmanskunst en als hoeder van het collectieve Europese belang. Met wenken voor het roulerend voorzitterschap, een overzicht van de werkzaamheden van de verschillende Raadsformaties en een appreciatie van het Commissiewerkprogramma 2016.

Deze Staat van de Unie is als volgt opgebouwd: het eerste deel gaat in op de context waarin het Nederlandse EU-voorzitterschap plaatsvindt en geeft een analyse van de voornaamste uitdagingen voor de Unie. In dit deel wordt ook stilgestaan bij de uitgangspunten die Nederland tijdens het voorzitterschap zal hanteren en die in eerdere Kamerbrieven aan de orde gekomen zijn: een focus op hoofdzaken, innovatieve groei en banen, en verbinding. Bijzondere aandacht gaat vervolgens uit naar de eisen die de rol van roulerend voorzitter aan Nederland stelt. Het tweede deel geeft een overzicht van de belangrijkste dossiers die de komende periode in de diverse Raadsformaties spelen. Het kabinet gaat daarbij nader in op de concrete inzet en activiteiten tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap. De gebruikelijke kabinetsappreciatie van het Commissiewerkprogramma voor het komende jaar, dat de Commissie op 27 oktober jl. presenteerde, is in het tweede deel verwerkt.

Dit stuk dient te worden bezien in samenhang met en in aanvulling op de Staat van de Unie die uw Kamer op 23 februari van dit jaar toeging (Kamerstuk 34 139, nr. 1) en de opeenvolgende Kamerbrieven over de inhoudelijke voorbereiding van het EU-voorzitterschap, in het bijzonder de brief van 28 januari jl. (Kamerstuk 34 166, nr. 1)

Lees de integrale Staat van de Unie - Voorzitterschapseditie

Hierna volgt het hoofdstuk over het roulerend Voorzitterschap.

NEDERLAND ALS ROULEREND VOORZITTER: VERBINDEND EN VOORTVAREND

Het roulerend voorzitterschap heeft sinds het Verdrag van Lissabon een andere invulling gekregen. Meer dan voorheen bestaan de werkzaamheden uit het verder brengen van lopende wetgevende dossiers. Een goed EU-voorzitter is een betrouwbare en efficiënte bemiddelaar die compromissen smeedt tussen 28 lidstaten onderling en tussen de Raad en de overige instellingen. Het roulerend voorzitterschap moet daarom snel kunnen schakelen met de (vaste) voorzitters van de Europese Raad, de Commissie, het Europees parlement en, waar relevant, de Eurogroep.

Belangrijk gegeven hierbij is dat het Europees parlement zijn positie als medewetgever, toebedeeld door het Verdrag van Lissabon, in de afgelopen jaren actief heeft benut en verder heeft vormgegeven. Het kabinet zal in de aanloop naar en tijdens het EU-voorzitterschap in 2016 de relatie met het EP dan ook nadrukkelijk intensiveren, om zo te komen tot duurzame, systematische, strategische samenwerking met deze voor de democratische verankering belangrijke speler. Tegelijkertijd zal het kabinet de institutionele balans en de rol van nationale parlementen steeds nauwlettend in de gaten houden.

Het uiteindelijke succes van een voorzitterschap wordt in belangrijke mate bepaald door de efficiëntie waarmee wetgevende trajecten verder worden gebracht, tot gezamenlijke afspraken wordt gekomen en de mate waarin het verbindend in Europa kan optreden, juist in een tijd met fragmenterende krachten.

Meer complexe wetgevende trajecten nemen vaak de nodige tijd in beslag en beslaan dan verscheidene voorzitterschappen. Dit betekent dat een aantal voorstellen dat Nederland vanuit nationale optiek graag zou willen oppakken, niet op tijd verschijnt om het besluitvormingstraject volledig te doorlopen. Toch is ook op die terreinen voortgang mogelijk. De succesvolle agendering van een belangrijk onderwerp die uitmondt in een constructieve dialoog, de aanname van Raadsconclusies of het verder brengen van een complex, vastgelopen dossier zijn momenten waarop het voorzitterschap een essentiële rol vervult.

Soms wordt de bijdrage van een voorzitterschap pas achteraf in volle omvang duidelijk. Als voorzitter dienen we dit goed in de gaten te houden en slim in te spelen op die plekken waar wél ruimte ligt. Door agendering van een specifiek thema op een informele Raad, het faciliteren van consultaties of het organiseren van een conferentie als start van een discussie over langere termijn kan een voorzitterschap eigen accenten plaatsen. Op deze manier kan Nederland lijnen uitzetten voor de toekomst. Eén belangrijk aspect staat daarbij voorop: de kracht van een voorzitterschap uit zich ook in het maken van keuzes en een eenduidig geluid.

Het voorzitterschap zorgt ook voor beperkingen: het luid uitdragen van een eenzijdige, zuiver nationale lijn verhoudt zich moeizaam met de rol van «honest broker» die de voorzitter moet kunnen spelen. Een voorzitter dient ervoor te waken als partijdig te worden weggezet. Op eventuele uitsluitend voor Nederland gevoelige dossiers vraagt dit ontegenzeglijk om evenwichtskunst, op andere terreinen zullen gelijkgestemde lidstaten actiever van zich moeten laten horen.

Naast dit alles is doortastend optreden in geval van onverwachte (crisis-)situaties bepalend voor het succes van een voorzitterschap. Ieder voorzitterschap krijgt hier, zij het in verschillende mate, vroeg of laat mee te maken: de aardbeving in Haïti, de situatie in Griekenland en de aanslagen in Parijs zijn slechts enkele recente voorbeelden. De reeds genoemde grote uitdagingen waar Europa voor staat en de onzekerheid die daarmee gepaard gaat vragen, evenals nog niet te voorziene vraagstukken die kunnen opkomen, in belangrijke mate om flexibiliteit.

Tot slot mag het belang van een goede praktische organisatie rond een voorzitterschap niet worden onderschat. Een soepele logistiek, het volgen van de juiste procedures en de indruk die Nederland achterlaat op de vele politieke en (hoog)ambtelijke bezoekers en beleidsexperts zijn beeldbepalend. Het kabinet heeft gekozen voor een centrale locatie en een efficiënt, maar gastvrij voorzitterschap – geheel passend in de Nederlandse traditie.