Vakantierechten na ziekte

Contentverzamelaar

Vakantierechten na ziekte

Werknemers hebben volgens de EU-arbeidstijdenrichtlijn jaarlijks recht op vakantie met behoud van loon gedurende ten minste vier weken. Maar als een Franse werknemer het hele jaar ziek is geweest, heeft hij daarna geen recht op vakantie. Dat is in strijd met de richtlijn, zo heeft het EU-Hof bepaald. Frankrijk mag het recht op vakantie niet koppelen aan de voorwaarde dat een werknemer daadwerkelijk heeft gewerkt.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 24 januari 2012 in de zaak C-282/10. Mevrouw Dominguez, is in dienst bij het Centre Informatique du Centre Ouest Atlantique. Na een ongeval was zij van november 2005 tot en met januari 2007 met ziekteverlof. Na

haar ziekteverlof heeft Dominguez verzocht om toekenning van 22,5 dag vakantie met behoud van loon. Zij had deze dagen opgebouwd tijdens haar ziekte. De Franse arbeidswet sluit vakantie met behoud van loon echter uit indien de werknemer het hele jaar met ziekteverlof is geweest.

Het Hof oordeelt dat richtlijn 2003/88/EG betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd niet toestaat dat het recht op vakantie afhankelijk wordt gemaakt van de voorwaarde dat de werknemer daadwerkelijk moet hebben gewerkt. De Franse arbeidswet is dus in strijd met deze richtlijn.

Vervolgens bevestigt het Hof dat het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon zoals neergelegd in richtlijn 2003/88 voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk is en dat het daarom rechtstreekse werking heeft. Dan blijft nog de vraag of mevrouw Dominguez er een direct beroep op kan doen in het geschil met haar werkgever. Volgens de Franse rechter zou de werkgever van Dominguez geen onderdeel zijn van de Franse overheid. En omdat een richtlijn volgens vaste rechtspraak niet direct verplichtingen kan opleggen aan particulieren, zou Dominguez richtlijn 2003/88 niet kunnen inroepen tegen haar werkgever. Wel kan zij met een beroep op de aansprakelijkheidsrechtspraak van het EU-Hof proberen een vergoeding van de geleden schade te verkrijgen van de Franse Staat. Die heeft immers de richtlijn niet correct omgezet in de Franse arbeidswetgeving.

Het Hof gaat niet in op de mogelijkheid of Dominguez een beroep kan doen op het recht op vakantie met behoud van loon zoals dat is neergelegd in artikel 31, lid 2 van het EU-Handvest van de Grondrechten. Ook gaat het Hof niet in op de vraag of het recht op vakantie met behoud van loon een algemeen beginsel is dat kan worden ingeroepen door een werknemer tegenover zijn werkgever (zgn. horizontale rechtstreekse werking van algemene beginselen). Deze alternatieven waren uitvoerig besproken door advocaat-generaal Trstenjak in haar conclusie van 8 september 2011 in deze zaak.  

 Volledig dossier van de zaak op de site van het Hof